Onze experten volgen de economie en de financiële markten op de voet.
belangrijke-wijzigingen-patrimoniumtaks-img-hero

Belangrijke wijzigingen aan de patrimoniumtaks

Marc Van de Vloet - Senior Counsel Estate Planner
Vzw´s, private stichtingen en internationale verenigingen zonder winstoogmerk zijn onderworpen aan de “taks tot vergoeding der successierechten”, ook wel de “patrimoniumtaks” genoemd (hierna de “taks”). Dergelijke rechtspersonen moeten die (federale) taks jaarlijks betalen, bovenop de andere belastingen waaraan ze eventueel onderworpen zijn (rechtspersonenbelasting, roerende en onroerende voorheffing, jaarlijkse taks op de effectenrekeningen… ¹).

Tijdens de laatste dagen van 2023 werd in de Kamer een wetsontwerp
²
aangenomen dat in belangrijke aanpassingen aan deze taks voorziet: de invoering van progressiviteit in de tarieven en een uitbreiding van de heffingsgrondslag. De nieuwe regeling is van toepassing sinds 1 januari 2024.

Hierna gaan we dieper in op de meest in het oog springende punten van de nieuwe regelgeving.

Voornaamste wijzigingen

Belastbare basis

De taks is jaarlijks verschuldigd op het vermogen van de geviseerde rechtspersonen. Worden in aanmerking genomen: de – roerende en onroerende – “bezittingen” van vzw´s en private stichtingen³, en dit per 1 januari van het aanslagjaar. Zo is de taks onder andere verschuldigd op de spaarrekeningen, de beleggingen en de onroerende goederen van de geviseerde rechtspersonen, maar ook op onlichamelijke goederen, zoals auteursrechten.

Onder de nieuwe regeling blijft de heffingsgrondslag van de taks het geheel van de “bezittingen”, maar de nieuwe wettekst voegt daaraan toe “waar zij zich ook bevinden”. Waar in de vroegere regeling in het buitenland gelegen onroerende goederen uit de heffingsgrondslag werden gehouden, wordt deze uitzondering nu geschrapt. Sinds 1 januari wordt dus ook alle buitenlands vermogen (roerend en onroerend) van de geviseerde rechtspersonen meegenomen voor het bepalen van de heffingsgrondslag.

Net zoals dat het geval is voor de successierechten, wordt ook hier voorzien in een mechanisme van verrekening voor een eventueel in het buitenland betaalde “gelijkaardige” belasting, dit teneinde dubbele belasting op hetzelfde vermogen te vermijden. De verrekening beperkt zich niet tot belastingen op buitenlands onroerend goed, maar geldt ook voor gelijkaardige belastingen op roerend vermogen. Net zoals voor de successierechten, zullen de nodige bewijsstukken dienen te worden voorgelegd om in aanmerking te komen voor verrekening.

Tarieven

De ratio legis bij het invoeren van de taks in 1921 was in een compensatie te voorzien voor de inkomsten uit successierechten waaraan natuurlijke personen onderworpen waren, maar waaraan het bij de geviseerde rechtspersonen ondergebrachte vermogen ontsnapte. De aanpassingen aan de taks beogen volgens de Memorie van toelichting dan ook de wijzigingen aan de successierechten doorheen de jaren te volgen, enerzijds door het verhogen van de tarieven, anderzijds door deze progressief te maken (net zoals de tarieven inzake de successierechten).

Tot eind 2023 bedroeg het tarief van de taks 0,17%. Sinds 1 januari 2024 zijn volgende progressieve tarieven van toepassing:
  • 0,15% op de schijf van 50.000,01 tot 250.000 EUR
  • 0,30% op de schijf van 250.000,01 tot 500.000 EUR
  • 0,45% boven 500.000 EUR.
Terwijl rechtspersonen onder de oude regeling nog uitgesloten werden van de taks indien hun bezittingen de waarde van 25.000 EUR niet overschreden, geldt voortaan een voetvrijstelling van 50.000 EUR.

Uitzonderingen en vrijstellingen

In een eerste versie van het Wetsontwerp werd voorzien in een uitzondering voor instellingen - die hoofdzakelijk handelingen verrichten - in de zorgsector. De vrij complexe regeling komt erop neer dat voor deze instellingen de belastingdruk niet zal toenemen, en in bepaalde gevallen zelfs daalt. De definitieve versie van de nieuwe regeling bevat een gelijkaardig “neutraliseringsmechanisme” voor onder meer maatwerkbedrijven, medische huizen, sportinrichtingen, instellingen in de onderwijs- en de cultuursector...

Ook stichtingen van openbaar nut en stichtingen die gebruikt worden als certificeringsvehikel blijven uitgesloten van de taks. Voor andere private stichtingen gebruikt in het kader van een vermogensplanning⁴ zijn geen uitzonderingen voorzien, hetgeen voor deze laatste een gevoelige verhoging van de jaarlijkse belastingen op het vermogen kan betekenen.

Antimisbruikbepaling

Tot slot werd ook een wijziging doorgevoerd om twijfel met betrekking tot de toepasbaarheid van de antimisbruikbepaling in het kader van de taks tot vergoeding der successierechten weg te nemen. Volgens de memorie van toelichting kan de fiscale administratie die bepaling bijvoorbeeld inroepen bij een splitsing van de vzw of private stichting, voor zover geen andere motieven dan louter fiscale zouden kunnen worden aangetoond.

Schematisch overzicht belangrijkste wijzigingen

belangrijke-wijzigingen-patrimoniumstax-tabel-img
¹ Zie onze publicatie « de Belgische private stichting
² Wet houdende diverse fiscale bepalingen dd 28 december 2023, publicatie in BS dd 29/12/2023.
³ Bepaalde bezittingen worden uitgesloten uit de heffingsgrondslag, zo onder meer de liquide middelen en het bedrijfskapitaal dat gedurende het jaar zal gebruikt worden in het kader van de activiteiten van de rechtspersoon…

⁴ Zie onze communicatie « de Belgische private stichting”
Dit is commerciële informatie uitgaande van Bank Degroof Petercam nv, met zetel te Nijverheidsstraat 44, 1040 Brussel, België (hierna “Bank Degroof Petercam”), die verantwoordelijk is voor de productie en de verdeling ervan. De informatie in dit document is uitsluitend bedoeld voor algemene informatiedoeleinden en mag niet worden beschouwd als raad over financiële planning in de zin van de Wet van 25 april 2014, noch als enig ander advies, voorstel of persoonlijke informatie, noch als openbaar aanbod van financiële instrumenten. De algemene informatie in dit document is niet afgestemd op de individuele persoonlijke situatie van de geadresseerde/lezer/ontvanger. Dit document is niet bedoeld om een volledige beschrijving te geven van de geldende wettelijke bepalingen, de rechtsleer of de rechtspraak, noch van de financiële dienst(en) die Bank Degroof Petercam aanbiedt. Hoewel alle voorzorgen werden genomen en Bank Degroof Petercam bij de redactie van huidig document beroep heeft gedaan op bronnen welke ze betrouwbaar acht, kan Bank Degroof Petercam de juistheid of volledigheid van de informatie in dit document niet garanderen en kunnen noch Bank Degroof Petercam, noch haar verbonden vennootschappen, bestuurders, adviseurs of werknemers verantwoordelijk worden gesteld voor enige onjuiste, onvolledige of ontbrekende informatie, of voor enige rechtstreekse of onrechtstreekse schade, verlies, kosten, vordering of andere uitgave die voortvloeit uit het gebruik van dit document, behalve in het geval van opzettelijke fout of grove nalatigheid.
Huidig document mag niet worden gekopieerd of verspreid zonder voorafgaandelijke schriftelijke toestemming vanwege Bank Degroof Petercam.
De verstrekte informatie is correct op de datum van publicatie.
Bank Degroof Petercam is erkend door en staat onder prudentiëel toezicht van de Nationale Bank van België, Berlaimontlaan 14, 1000 Brussel, en onder het toezicht van de Autoriteit voor Financiële Diensten en Markten (FSMA), Congresstraat 12-14, 1000 Brussel, voor de bescherming van beleggers en consumenten.

Verantwoordelijke uitgever: Bank Degroof Petercam
Wettelijk adres: Bank Degroof Petercam nv, Nijverheidsstraat 44, 1040 Brussel.
BTW: BE 0403.212.172 (RPR Brussel) - FSMA 040460 A
Deel het artikel
Gereglementeerd door de Belgische Autoriteit voor Financiële Diensten en Markten (FSMA) en de Nationale Bank van België | Alle rechten voorbehouden 2024, Degroof Petercam