Onze experten volgen de economie en de financiële markten op de voet.
pexels-mohamed-hamdi-16282306 - Copy

Aangifte in de personenbelasting: aandachtspunten met betrekking tot inkomsten uit vermogen

Niko Hostyn - Head of Estate Planning Flanders
Als natuurlijke persoon inwoner van België bent u verplicht om jaarlijks een aangifte in de personenbelasting in te dienen¹. Het aangifteformulier voor aanslagjaar 2023 heeft betrekking op de inkomsten van 2022.

In het hiernavolgende overzicht, komen we kort terug op een aantal aandachtspunten. Het gaat om onderwerpen die reeds besproken werden in eerdere berichten van Estate Planning. We beperken ons daarbij tot de elementen in de aangifte die betrekking hebben op inkomsten uit (roerend en onroerend) vermogen.

Indieningstermijn aangifte

Net zoals vorige jaren kan u ook dit jaar uw aangifte ofwel via een papieren aangifteformulier, ofwel online indienen². In het eerste geval dient de aangifte uiterlijk op 30 juni 2023 te worden ingediend, in het tweede geval ten laatste op 15 juli 2023.³

Nieuw dit jaar is dat u meer tijd krijgt om een zogenaamde ‘complexe’ aangifte in te dienen, tenminste als u de aangifte online indient (een ‘complexe’ aangifte die via een papieren aangifteformulier gebeurt, moet ook tegen 30 juni 2023 worden ingediend). Onder ‘complexe’ aangifte begrijpt men een aangifte die een of meerdere van volgende inkomsten bevat: winsten en/of baten, bedrijfsleidersbezoldigingen, bezoldigingen aan meewerkende echtgenoten (wettelijk samenwonenden) en/of buitenlandse beroepsinkomsten. Complexe aangiftes, ingediend via Tax-on-web, moeten worden ingediend tegen uiterlijk 18 oktober 2023.⁴

Nieuw is ook dat, in tegenstelling tot vorige jaren, er geen verlengde indieningstermijn meer geldt voor het indienen van uw aangifte via een mandataris (boekhouder, accountant, …). Deze zal de aangifte dus eveneens moeten indienen via Tax-on-web tegen respectievelijk 15 juli (niet-complexe aangifte) of 18 oktober (zogenaamde ‘complexe’ aangifte).

Aangifte personenbelasting wordt genderneutraal

Vanaf dit aanslagjaar zullen voor alle koppels de gegevens van de oudste persoon in de linkerkolom moeten worden ingegeven. De minister van Financiën heeft met deze wijziging, in overleg met het Instituut voor de Gelijkheid van Vrouwen en Mannen, de aangifte in de personenbelasting genderneutraal willen maken.

Tot aanslagjaar 2022 werd bij de aangifte van koppels van verschillend geslacht de man links en de vrouw rechts vermeld; bij aangifte door koppels van eenzelfde geslacht werd de oudste belastingplichtige in de linker kolom vermeld. In de aangifte personenbelasting voor het aanslagjaar 2023 moeten de gegevens van de oudste persoon dus in alle gevallen in de linkerkolom worden opgenomen.

Uniformisering belastbare grondslag onroerende inkomsten sinds aanslagjaar 2022

Ter herinnering, onder druk van Europa heeft België zijn wetgeving inzake de belastingheffing van inkomsten van buitenlandse onroerende goederen gewijzigd. De weerslag hiervan was reeds terug te vinden in het aangifteformulier voor het aanslagjaar 2022.

Sedert aanslagjaar 2022 wordt de belastbare grondslag voor inkomen uit onroerend goed in het buitenland dat toebehoort aan natuurlijke personen, net zoals voor vastgoed dat in België is gelegen, bepaald aan de hand van het kadastraal inkomen (KI).

Teneinde dit KI te berekenen, werden de Belgische belastingplichtigen die zakelijke rechten (eigendomsrecht, vruchtgebruik, recht van erfpacht, opstalrecht) hebben op een buitenlands onroerend goed in 2021 aangeschreven door de fiscale administratie. Eigenaars die niet werden gecontacteerd of belastingplichtigen die sedertdien een onroerend goed in het buitenland hebben verworven, dien(d)en daartoe zelf een aanvraag in te dienen (zie flash 23 maart 2021 ‘Onroerend goed in het buitenland’. In principe zal iedere belastingplichtige met onroerend goed in het buitenland het KI van zijn/haar buitenlandse woning terugvinden in de “Tax-on-web” applicatie.

Alle inkomsten van onroerende goederen, ongeacht hun geografische oorsprong, dienen nu te worden aangegeven onder de rubriek A van Vak III ’inkomsten van Belgische en buitenlandse oorsprong’. Voor alle duidelijkheid, ook als u geen effectieve ’inkomsten’ ontvangt uit uw (buitenlands) onroerend goed, zal u toch het KI dienen op te nemen onder Vak III (uitzondering voor de ‘eigen woning’).
PB tbl1
Merk op dat, in tegenstelling tot vroeger, er in de aangifte geen afzonderlijke codes meer zijn voor inkomsten uit buitenlands onroerend goed. Bovendien kan de buitenlandse belasting niet langer in mindering worden gebracht van de belastbare basis.

In het meest voorkomende geval dat u uw woning in het buitenland zelf gebruikt (en dus niet verhuurt) of verhuurt aan particulieren, zal u het niet-geïndexeerd KI dienen te vermelden onder de code 1106-58/2106-28.

In de andere gevallen van verhuur (zoals beroepsmatige verhuur of verhuur aan vennootschappen), zal u naast het KI (onder code 1109-55/2109-25 voor gebouwen) ook de brutohuurinkomsten dienen te vermelden (codes 1110-54/2110-24). Indien u de woning gemeubeld verhuurt, zal u een deel van de huurinkomsten als roerende inkomsten dienen aan te geven (onder Vak VII, codes 1156-08/2156-75).

De uniformisering met betrekking tot de codes in de aangifte en de belastbare basis betekent echter niet dat de inkomsten van buitenlands onroerend goed ook op dezelfde wijze worden belast als inkomsten uit in België gelegen vastgoed.

Dubbelbelastingverdragen (= verdragen tot het vermijden van dubbele belasting) kennen de heffingsbevoegdheid met betrekking tot onroerende inkomsten in de meeste gevallen toe aan het land van de ligging van het onroerend goed. In dat geval zal België deze inkomsten vrijstellen, maar zal er wel rekening mee houden voor het bepalen van het belastingtarief op de andere inkomsten. Dit principe is gekend onder de noemer ’vrijstelling met progressievoorbehoud’.

De belastingplichtige zal onder rubriek B van vak III ‘inkomsten van buitenlandse oorsprong’ dienen aan te geven welk deel van het onder rubriek A aangegeven kadastraal inkomen afkomstig is uit het buitenland, met vermelding van het land, de code waarnaast ze zijn ingevuld en het bedrag van de inkomsten.⁵

De vrijstelling bedraagt 100% indien de onroerende inkomsten gegenereerd werden in een land waarmee België een dubbelbelastingverdrag heeft gesloten, en bedraagt 50% voor inkomsten uit niet-verdragslanden.⁶ Concreet zullen uw buitenlandse onroerende inkomsten volledig zijn vrijgesteld indien het onroerend goed bijvoorbeeld gelegen is in Frankrijk, Italië of Spanje. In deze gevallen of indien u onroerend goed heeft in een ander land waarmee België een dubbelbelastingverdrag heeft gesloten, kan u de inkomsten opnemen onder ‘B. inkomsten van buitenlandse oorsprong, 1. Vrijstelling met progressievoorbehoud’. Indien uw onroerend goed gelegen is in een land waarmee er geen belastingverdrag is, dan dienen de inkomsten hernomen te worden onder ‘B. inkomsten van buitenlandse oorsprong 2. Vermindering van de belasting tot de helft’. In dit geval zullen uw inkomsten in België worden belast (ongeacht of ze ook in het buitenland reeds zouden zijn belast), doch geldt er een belastingvermindering van 50%.
PB tbl2
Tot slot, intresten van schulden die specifiek zijn aangegaan voor het verwerven of behouden van buitenlands onroerend goed (ander dan de eigen woning) zijn aftrekbaar van het totale bedrag van uw onroerende inkomsten. Deze intresten dienen vermeld te worden onder Vak IX, codes 1146-18/2146-85.

Andere aandachtspunten die betrekking hebben op inkomsten uit het vermogen

Vrijstelling voor ontvangen dividenden

Net zoals de voorbije jaren kan u ook dit jaar voor dividenden toegekend of betaalbaar gesteld in het inkomstenjaar 2022 een belastingbesparing genieten.

Deze bedraagt ook dit jaar maximaal 240 euro, namelijk 30% (algemene tarief inzake de roerende voorheffing) van het maximaal vrij te stellen bedrag aan dividenden van 800 euro.

Deze vrijstelling geldt uitsluitend voor dividenden van ‘aandelen’. Dividenden ontvangen van zogenaamde instellingen voor collectieve belegging (vaak ‘beleggingsfondsen’ genaamd, zoals BEVEKS, gemeenschappelijke beleggingsfondsen, enz.) komen niet in aanmerking.

De vrijstelling geldt per inkomstenjaar en per persoon. Voor gehuwden en wettelijk samenwonenden betekent dit dus dat elke partner deze vrijstelling kan genieten.

Zoals u weet, zal bij de uitbetaling van de dividenden in principe op het volledige bedrag van het dividend roerende voorheffing (30%, behoudens uitzonderingen) worden ingehouden. De te veel betaalde roerende voorheffing (maximaal 30% op 800 euro = 240 euro) zal moeten teruggevraagd worden in de aangifte personenbelasting.⁷

Concreet vult u het bedrag van de ingehouden roerende voorheffing in onder code 1437-18/2437-85 van uw aangifte in de personenbelasting voor het aanslagjaar 2023. Deze code is terug te vinden in het vak VII. ‘Inkomsten van kapitalen en roerende goederen’ – rubriek A. ‘Inkomsten van kapitalen vóór aftrek van de innings- en bewaringskosten’ – punt b) ‘verrekenbare roerende voorheffing ingehouden op dividenden die (voor maximaal 800 euro) van de personenbelasting zijn vrijgesteld’. Het is dus niet het bedrag van de ontvangen dividenden, maar wél het bedrag van de ingehouden roerende voorheffing, met een maximum van 240 EUR, dat onder voormelde code kan worden opgenomen.
PB tbl3
Bewijsstukken van de ontvangen dividenden of de inhouding van de roerende voorheffing dient u niet bij de aangifte te voegen, maar moet u uiteraard wel ter beschikking houden van de fiscale administratie.

Opgelet, in het geval dat u een voorstel van vereenvoudigde aangifte zou krijgen, zal de ingehouden roerende voorheffing niet vooraf ingevuld zijn onder code 1437-18/2437-85. Indien u voormelde belastingbesparing wenst te genieten, zal u het voorstel van vereenvoudigde aangifte dus dienen te verbeteren door de vermelding van de ingehouden roerende voorheffing in de bovenvermelde codes. Dit doet u via het antwoordformulier of online via Tax-on-web.

Ook dit jaar kan Degroof Petercam u een inkomstenstaat bezorgen om u te helpen dit deel van de aangifte in te vullen, uiteraard voor zover u bij de Bank dividenden ontvangen zou hebben die in aanmerking komen.

Dividenden van Franse oorsprong en forfaitaire buitenlandse belasting (FBB)

Als u dividenden van Franse oorsprong ontvangt, wordt er eerst Franse bronheffing ingehouden en vervolgens zijn deze dividenden onderworpen aan belasting in België (hetzij door middel van roerende voorheffing, hetzij via de personenbelasting).

Om de dubbele belasting als gevolg van de Franse bronheffing te compenseren, voorziet het huidige Frans-Belgische dubbelbelastingverdrag dat België de Franse bronheffing moet verrekenen met de Belgische belasting.⁸

Dit belastingkrediet, de zogenaamde ‘forfaitaire buitenlandse belasting’ of afgekort ‘FBB’, wordt door deze overeenkomst vastgesteld op een minimumbedrag van 15% van het netto grensbedrag van het dividend.⁹

Om aanspraak te kunnen maken op dat belastingkrediet zal u als belastingplichtige daartoe het initiatief dienen te nemen via de belastingaangifte. In dat geval vermeldt u in de belastingaangifte onder het vak VII – “inkomsten van kapitalen en roerende goederen”:
  • indien een Belgische bank is tussengekomen voor de betaling: het nettobedrag van de dividenden na aftrek van de buitenlandse bronheffing en de Belgische roerende voorheffing, onder code 1160-04/2160-71 (inkomsten waarvan de aangifte facultatief is en die onderhevig zijn aan de roerende voorheffing van 30%);
  • bij afwezigheid van een Belgische financiële tussenpersoon: het bedrag van het netto ‘grensdividend’ (namelijk na inhouding van de Franse bronheffing) onder de code 1444-11/2444-78 (inkomsten waarvan de aangifte verplicht is en die onderworpen zijn aan een belastingtarief van 30%).
Bovendien is het noodzakelijk, aldus de minister van Financiën, om onder de rubriek F van vak VII, specifiek gewijd aan de inkomsten waarop een bijzonder aanslagstelsel van toepassing is, het volgende te vermelden (in functie van het betrokken land in kwestie):
  • het betreffende land (bijvoorbeeld Frankrijk),
  • de code waaronder de dividenden worden vermeld (1160-04/2160-71 en/of 1444-11/2444-78),
  • het totaal van de eerder vermelde dividendbedragen,
  • de aard van de betreffende inkomsten (dividenden).
De hierboven beschreven procedure geldt voor de dividenden ontvangen in 2022. Dezelfde procedure was van toepassing voor het aanslagjaar 2022 (inkomsten 2021). Voor dividenden ontvangen in de jaren daarvoor en waarvoor u het nodige niet zou hebben gedaan, verwijzen we naar onze eerdere communicaties.

Ook hier zal de Bank u – in voorkomend geval – een overzicht bezorgen teneinde u te helpen bij het invullen van uw aangifte.

Effectentaks 2.0

Voor wat betreft de taks op effectenrekeningen is er geen aangifteplicht in de personenbelasting.

Voor effectenrekeningen aangehouden in België, zal de financiële instelling de berekening, de inhouding en de betaling van de taks dienen uit te voeren voor rekening van de titularissen van de effectenrekeningen. De belastingplichtige moet hiervoor dus geen actie ondernemen. U moet om deze reden ook niet meer aangeven of u titularis bent van meerdere effectenrekeningen (verplichting die betrekking had op de eerste versie van de effectentaks).

Voor effectenrekeningen in het buitenland zal ofwel de buitenlandse financiële instelling deze taks inhouden en doorstorten, ofwel staat de belastingplichtige zelf in voor het indienen van de aangifte en de betaling van de belasting. Deze aangifte gebeurt door middel van een elektronisch aangifteformulier dat ter beschikking wordt gesteld door de FOD Financiën. Dit gebeurt dus niet in het kader van de aangifte van de personenbelasting.¹⁰ Zoals de vorige jaren dient u nog steeds uw rekening(en) in het buitenland te vermelden in de aangifte personenbelasting (Vak XIII). Dat is een verplichting die reeds meerdere jaren voor het invoeren van de taks op effectenrekeningen werd ingevoerd.

Mocht u vragen hebben omtrent de in de flash aangehaalde topics, aarzel dan niet om contact op te nemen met uw Private Banker of Estate Planner.
¹ Tenzij u een ‘voorstel van vereenvoudigde aangifte’ toegestuurd krijgt. In dat voorstel wordt door de fiscale administratie een simulatie gedaan van de berekening van uw belastingen op basis van de fiscale gegevens die zij kennen. Indien de in het voorstel opgenomen gegevens juist en volledig zijn, hoeft u in principe niets meer te doen.
² De aangifte online indienen gebeurt via de website, via Tax-on-web
³Wat betreft het ‘voorstel van vereenvoudigde aangifte’: zijn de in het voorstel opgenomen gegevens niet correct of onvolledig, dan heeft u de tijd ze aan te passen tot respectievelijk 30 juni (papieren aangifte) of 15 juli (Tax-on-web).
⁴ De Administratie laat weten dat als My Minfin 30 juni of 15 juli als uiterste indieningsdatum vermeldt, u geen uitstel moet vragen als zou blijken dat u een ‘complexe’ aangifte moet indienen via Tax-on-web: de Administratie zal “automatisch” rekening houden met de verlengde indieningstermijn (tot 18 oktober). Als u echter een wijziging wil doorgeven bij een ’voorstel van vereenvoudigde aangifte’ en het gaat om een ’complexe’ aangifte, dan moet u dit wél vooraf aan de Administratie melden, als u gebruik wenst te maken van de verlengde indieningstermijn tot 18 oktober voor een aangifte via Tax-on-web.
⁵ Naargelang het geval zullen onder ‘inkomsten’ het KI of de werkelijk ontvangen huurinkomsten (bijvoorbeeld bij beroepsmatige verhuur) dienen te worden vermeld
⁶ De hier besproken vrijstelling (met progressievoorbehoud) is niet te verwarren met het nieuw ingevoerde 0 procenttarief voor ‘afzonderlijk belastbare inkomsten’ dat onder meerdere rubrieken wordt vermeld in de aangifte. Onroerende inkomsten zijn immers gezamenlijk belastbaar aan het progressieve belastingtarief.
⁷ Vennootschappen komen niet in aanmerking voor deze vrijstelling
⁸ Op 9 november 2021 werd tussen België en Frankrijk een nieuw dubbelbelastingverdrag ondertekend. Dit verdrag schaft het systeem van FBB af. Het nieuwe verdrag is op het moment van redactie van deze tekst nog niet in werking getreden. Voor meer info verwijzen we graag naar onze flash dienaangaande
⁹ Over deze materie hebben wij reeds eerder uitvoerig gecommuniceerd. Wij verwijzen naar onze flash van 29 juni 2021, ‘verrekening bronheffing op Franse dividenden: een Pyrrhusoverwinning
¹⁰ Uitleg van de FOD Financiën met betrekking tot het onderwerp, met een link naar het aangifteformulier vindt u op de website van FOD Financiën.
Dit is commerciële informatie uitgaande van Bank Degroof Petercam nv, met zetel te Nijverheidsstraat 44, 1040 Brussel, België (hierna “Bank Degroof Petercam”), die verantwoordelijk is voor de productie en de verdeling ervan. De informatie in dit document is uitsluitend bedoeld voor algemene informatiedoeleinden en mag niet worden beschouwd als raad over financiële planning in de zin van de Wet van 25 april 2014, noch als enig ander advies, voorstel of persoonlijke informatie, noch als openbaar aanbod van financiële instrumenten. De algemene informatie in dit document is niet afgestemd op de individuele persoonlijke situatie van de geadresseerde/lezer/ontvanger. Dit document is niet bedoeld om een volledige beschrijving te geven van de geldende wettelijke bepalingen, de rechtsleer of de rechtspraak, noch van de financiële dienst(en) die Bank Degroof Petercam aanbiedt. Hoewel alle voorzorgen werden genomen en Bank Degroof Petercam bij de redactie van huidig document beroep heeft gedaan op bronnen welke ze betrouwbaar acht, kan Bank Degroof Petercam de juistheid of volledigheid van de informatie in dit document niet garanderen en kunnen noch Bank Degroof Petercam, noch haar verbonden vennootschappen, bestuurders, adviseurs of werknemers verantwoordelijk worden gesteld voor enige onjuiste, onvolledige of ontbrekende informatie, of voor enige rechtstreekse of onrechtstreekse schade, verlies, kosten, vordering of andere uitgave die voortvloeit uit het gebruik van dit document, behalve in het geval van opzettelijke fout of grove nalatigheid.
Huidig document mag niet worden gekopieerd of verspreid zonder voorafgaandelijke schriftelijke toestemming vanwege Bank Degroof Petercam.
De verstrekte informatie is correct op de datum van publicatie.
Bank Degroof Petercam is erkend door en staat onder prudentiëel toezicht van de Nationale Bank van België, Berlaimontlaan 14, 1000 Brussel, en onder het toezicht van de Autoriteit voor Financiële Diensten en Markten (FSMA), Congresstraat 12-14, 1000 Brussel, voor de bescherming van beleggers en consumenten.

Verantwoordelijke uitgever: Bank Degroof Petercam
Wettelijk adres: Bank Degroof Petercam nv, Nijverheidsstraat 44, 1040 Brussel.
BTW: BE 0403.212.172 (RPR Brussel) - FSMA 040460 A
Deel het artikel
Gereglementeerd door de Belgische Autoriteit voor Financiële Diensten en Markten (FSMA) en de Nationale Bank van België | Alle rechten voorbehouden 2024, Degroof Petercam