Onze experten volgen de economie en de financiële markten op de voet.

Het testament, een nuttig en flexibel instrument

Annelies Van Gronsveld - Estate Planner
U zoekt naar een goede manier om uw huwelijkspartner te beschermen, uw kleinkinderen te bevoordelen, de versnippering van uw vermogen tegen te gaan of een vereniging te steunen? Dan kan een testament uitkomst bieden. Ontdek in deze video van Annelies Van Gronsveld, Experte Estate Planning bij Degroof Petercam, waarom een testament een nuttig en flexibel instrument is daarvoor.
In tegenstelling tot een schenking is een testament een eenzijdige rechtshandeling, waardoor de testator¹, het testament te allen tijde en naar eigen inzicht kan herroepen. Eén van de belangrijkste voordelen van een testament is dan ook dat u het testament steeds kan wijzigen naargelang de omstandigheden veranderen.

Verder heeft een testament slechts uitwerking na overlijden. De testator hoeft bijgevolg nog geen afstand te doen van zijn of haar bezittingen bij leven, wat een wens kan zijn van de persoon die het testament opstelt.

Bovenstaande elementen zorgen ervoor dat het testament een geschikt instrument kan zijn in het kader van een vermogensplanning. In deze uiteenzetting behandelen we vijf situaties waarbij het testament het aangewezen middel kan zijn om uw doelstellingen te bereiken.

Vooreerst bestaan er naar de vorm drie soorten testamenten: het eigenhandig testament, het authentiek (notarieel) testament en het internationaal testament (dat in de praktijk minder vaak voorkomt). Elke vorm van testament heeft voor- en nadelen, met name op het vlak van uitvoering, kosten, discretie en bewaring.
1.
Eigenhandig testament
Een eigenhandig testament is een testament dat door de testator zelf wordt geschreven, gedateerd en ondertekend. Het eigenhandig testament dient volledig met de hand te worden geschreven (en mag niet getypt worden).

Het beperkte formalisme, de discretie en de lage kostprijs, maken deze vorm erg aantrekkelijk. Er zijn evenwel ook nadelen verbonden aan een eigenhandig testament: misschien is het testament juridisch ongeldig, wordt het verkeerd geïnterpreteerd of gemakkelijker in twijfel getrokken (bijvoorbeeld omwille van de gezondheidstoestand van de testator op het moment dat hij het testament opgesteld).

Een ander nadeel is dat het testament niet kan worden uitgevoerd als het verloren is gegaan of vernietigd werd. Om dit risico te beperken, is het aangewezen om uw eigenhandig testament in bewaring te geven bij uw notaris: de notaris kan het bestaan van uw testament opnemen in het centraal register van testamenten (C.R.T.), waardoor u de zekerheid krijgt dat uw testament op het moment van uw overlijden naar boven zal komen.
2.
Authentiek (notarieel) testament
Het authentiek (of notarieel) testament wordt opgemaakt door een notaris in aanwezigheid van twee getuigen of een tweede notaris.

Deze testamentvorm is minder flexibel en heeft een hogere kostprijs, maar biedt de testator wel het voordeel van de zekerheid (voornamelijk wat betreft de overeenstemming tussen de juridische inhoud van het testament en de effectieve wens van de testator). Een authentiek testament is ook aangewezen wanneer de kans bestaat dat de gezondheidstoestand van de testator zal worden aangevochten. Tot slot zal de notaris het authentiek testament opnemen in het centraal register van testamenten (CRT).
3.
Internationaal testament
Het internationaal testament (in de praktijk minder voorkomend) is een testament dat door de testator zelf of een derde kan worden opgesteld in getypte vorm en in een taal naar keuze. De inhoud van het internationaal testament dient niet noodzakelijk ter kennis te worden gebracht van de notaris en de getuigen; de testator kan zijn testament in een gesloten omslag aan de notaris overhandigen in aanwezigheid van twee getuigen. De testator verklaart ten overstaan van de notaris en de twee getuigen dat het overhandigde document zijn testament is en dat hij op de hoogte is van de inhoud ervan.

Het voordeel van een internationaal testament is dat het uitvoerbaar is in alle landen die het verdrag m.b.t erkenning van het internationale testament als testamentvorm hebben geratificeerd. Dit kan van belang kan zijn in het kader van een internationale situatie (bijvoorbeeld wanneer de erflater goederen in het buitenland bezit). Het bestaan van het internationaal testament wordt door de notaris ingeschreven in het centraal register voor testamenten (CRT). Tot slot kan dit soort testament geschikt zijn voor bepaalde "kwetsbare" personen, bijvoorbeeld omwille van een beperking of gebrek aan kennis van de landstalen.

1. De kleinkinderen bevoordelen

Grootouders wensen vaak hun kleinkinderen te bevoordelen door hen een financieel duwtje in de rug te geven. De eigen kinderen hebben doorgaans reeds een belangrijk vermogen opgebouwd en hebben minder nood aan bijkomende financiële steun, in tegenstelling tot de kleinkinderen die bijvoorbeeld een onroerend goed wensen aan te kopen.

Indien u -bij overlijden- een deel van uw vermogen wenst over te dragen aan uw kleinkinderen is het mogelijk om een testament op te maken met een beschikking in hun voordeel (bv. een som geld of effectenportefeuille).

Indien u meerdere kleinkinderen heeft, kan het testament bovendien een aanzienlijke belastingbesparing opleveren bij uw overlijden. De tarieven in de erfbelasting zijn immers progressief (berekend per schijf), wat ervoor zorgt dat het tarief van de erfbelasting stijgt naargelang de omvang van uw nalatenschap toeneemt. De erfbelasting in rechte lijn wordt berekend per erfgenaam afzonderlijk: hoe meer erfgenamen (in dit geval uw kleinkinderen), hoe kleiner het aandeel van iedere erfgenaam en hoe lager de totaal verschuldigde erfbelasting.

Als grootouder kan u maximaal de helft van uw nalatenschap toekennen aan uw kleinkinderen (het zogenaamde "beschikbaar deel"). De reden hiervoor is dat uw eigen kinderen recht hebben op hun wettelijke reserve, die in totaal de helft van uw nalatenschap bedraagt (ongeacht het aantal kinderen).

In het Vlaams gewest zijn uw kleinkinderen bovendien geen erfbelasting verschuldigd indien het bedrag dat het kleinkind verkrijgt € 12.500 of minder bedraagt.
Voorbeeld

Een grootvader (weduwnaar) overlijdt, laat een kind na (dat zelf drie kinderen heeft) en een roerend vermogen van 600.000 euro. Zijn enig kind erft zijn hele vermogen op basis van het erfrecht zoals dat beschreven is in de wet. Hieronder vindt u een overzicht van het successierecht dat het kind verschuldigd is per gewest (het Gewest waar de overledene het langst heeft gewoond in de laatste vijf jaar voor zijn overlijden, heft het successierecht).

Nalatenschap: € 600.000
Successierecht%
Waalse gewest€ 116.250,00 19,37
Brussels Hoofdstedelijk Gewest€ 115.300,0019,22
Vlaams gewest€ 114.000,0019

Als de grootvader een testament opstelt waarin hij zijn vermogen verdeelt tussen zijn kind en kleinkinderen, waarbij hij elk van zijn kleinkinderen 100.000 euro nalaat (en 300.000 euro aan zijn kind), bedraagt het verschuldigde successierecht.

Nalatenschap: € 600.000
Successierecht%
Waalse gewest€ 55.125,009,19
Brussels Hoofdstedelijk Gewest€ 53.800,008,97
Vlaams gewest€ 51.000,008,50

Door bij testament de nalatenschap te spreiden over uw kind en kleinkinderen, is er 61.125 euro minder successierecht verschuldigd in het Waals Gewest, 61.500 euro in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest en 63.000 euro in het Vlaams Gewest tegenover de situatie waarin uw gehele vermogen uitsluitend aan uw enig kind toekomt.
Het-testament,-een-nuttig-en-flexibel-instrument-table1

2. De gezinswoning aan de langstlevende huwelijkspartner nalaten

De bescherming van de langstlevende huwelijkspartner is vaak een belangrijk aandachtspunt bij de uitwerking van een successieplanning. Indien u, bijvoorbeeld onder meer voor fiscale redenen, een deel van uw vermogen bij leven wil overdragen aan uw kinderen, kan één van uw bezorgdheden zijn dat deze overdracht misschien uw levensstandaard of die van uw huwelijkspartner in het gedrang brengt. In dit kader wordt het testament vaak als planningsinstrument gebruikt waarbij u afwijkt van het wettelijk erfrecht en voorziet dat uw aandeel in de gezinswoning in volle eigendom toekomt aan uw langstlevende huwelijkspartner. Het feit dat de langstlevende na uw overlijden voor de geheelheid eigenaar is van de woning, biedt niet enkel gemoedsrust, maar zorgt er eveneens voor dat de langstlevende juridisch gezien volledig de controle over de woning behoudt: hij of zij kan alleen beslissen om de woning al dan niet te verkopen (en eventueel de verkoopsom nadien geheel of gedeeltelijk te schenken aan de kinderen).

Het testament maakt bovendien ook een besparing in de erfbelasting mogelijk bij een eerste overlijden. In de drie gewesten werd een wetgeving goedgekeurd die de overdracht van de gezinswoning aan de langstlevende partner bevoordeelt: tussen echtgenoten², wettelijk samenwonenden (en in Vlaanderen eveneens tussen feitelijk samenwonenden die minstens 3 jaar samenwonen) geldt er een volledige vrijstelling in de erfbelasting. De langstlevende is bijgevolg geen erfbelasting verschuldigd op het aandeel dat hij of zij in de gezinswoning verkrijgt bij erfenis, waardoor de fiscale kostprijs van de overdracht bij een eerste overlijden verlaagd wordt.

Wij dienen u er wel op te wijzen dat bij het latere overlijden van de langstlevende huwelijkspartner de gezinswoning in zijn totaliteit wordt overgedragen aan de volgende generatie, hetgeen, gelet op de progressieve tarieven in de erfbelasting³, doorgaans een hogere erfbelasting met zich meebrengt. Om dit te vermijden is het aangewezen dat de langstlevende tijdig een vermogensplanning uitwerkt m.b.t de gezinswoning:
Voorbeeld
Olivier en Julie - beiden 52 jaar - zijn getrouwd. Zij hebben een dochter en zijn eigenaar van een gezinswoning t.b.v van € 1.000.000, ieder voor de helft (50% - 50%) en een effectenportefeuille met een waarde van € 1.000.000, ieder voor de helft (50% - 50%).

Bij overlijden van Olivier voorziet de wet dat Julie haar helft in de gezinswoning en de effectenportefeuille behoudt. De andere helft van de gezinswoning en effectenportefeuille behoren tot de nalatenschap van Olivier en worden vererfd door Julie voor wat betreft het vruchtgebruik, en door Camille⁴ (hun dochter) voor wat betreft de blote eigendom.

Fiscaal gezien zal enkel het vruchtgebruik op de helft van de gezinswoning vrijgesteld zijn in de erfbelasting. De overige tegoeden van de nalatenschap zijn onderhevig aan erfbelasting volgens de progressieve tarieven in de erfbelasting die van toepassing zijn in het bevoegde Gewest.

Maakt Olivier een testament op waarbij hij zijn aandeel (50%) in de gezinswoning in volle eigendom aan Julie nalaat, zal Julie bij zijn overlijden geen erfbelasting verschuldigd zijn op de gezinswoning, waardoor zij bij het eerste overlijdenerfbelasting bespaart (zie onderstaande tabel).

Bij overlijden van Julie erft hun dochter evenwel de volle eigendom van de gezinswoning en wordt zij daar volledig op belast, waardoor de fiscale kostprijs van de overdracht bij het tweede overlijden hoger zal uitvallen. Deze situatie kan vermeden worden indien Julie tijdens haar leven een successieplanning uitwerkt of indien Olivier in zijn testament een restlegaat opneemt
Het-testament,-een-nuttig-en-flexibel-instrument-table2

3. Restlegaat

Het restlegaat is een techniek van vermogensplanning die men bijvoorbeeld kan aanwenden in volgende situatie: echtgenoten zijn voor een tweede keer gehuwd en wensen elkaar te beschermen in geval van overlijden, maar willen tegelijk verhinderen dat de (eigen) kinderen uit hun vorige relaties hierdoor benadeeld worden. Het is mogelijk dat één van de echtgenoten voorziet dat een deel van zijn of haar vermogen bij overlijden toekomt aan de langstlevende huwelijkspartners, waarbij eveneens bepaald wordt dat het nagelaten vermogen bij het overlijden van de langstlevende echtgenoot niet toekomt aan diens kinderen, maar aan de kinderen van de eerst overleden huwelijkspartner.

Deze situatie kan geregeld worden door een restlegaat op te nemen in uw testament. Een restlegaat houdt in dat bepaalde goederen toekomen aan een eerste begunstigde (bijvoorbeeld de huwelijkspartner met de bepaling dat bij overlijden van deze eerste begunstigde de nagelaten goederen die overblijven in diens nalatenschap (het "residu" of “de rest”), zullen toekomen aan een tweede begunstigde (bijvoorbeeld de eigen kinderen van de erflater, in dit voorbeeld is de erflater de eerst overleden huwelijkspartner). Bij het overlijden van de erflater kan de eerste begunstigde vrij beschikken over de nagelaten goederen (bv. verkopen of gebruiken). Indien de erflater dit wenst kan het testament wel voorzien dat de eerste begunstigde niet ‘om niet’ kan beschikken over de goederen: deze mag de goederen dan niet schenken of erover beschikken bij testament. Wat overblijft van de tegoeden bij het overlijden van de eerste begunstigde (de langstlevende huwelijkspartner), komt dan toe aan de tweede begunstigde (de kinderen van de erflater).

Fiscaal gezien wordt het toepasselijk tarief1 in de erfbelasting bepaald door de relatie tussen de erflater en de respectievelijke eerste en tweede begunstigde. Bij overlijden van de eerste begunstigde zal dus gekeken worden naar de relatie tussen de tweede begunstigde (bijvoorbeeld het kind) en de oorspronkelijke erflater, en niet naar de relatie tussen de eerste en tweede begunstigde.
Voorbeeld
Jean en Brigitte zijn gehuwd, voor beiden is dit een tweede huwelijk. Ze hebben ieder twee kinderen uit een vorige relatie. Jean wenst zijn echtgenote Brigitte maximaal te beschermen bij zijn vooroverlijden.

Jean stelt een testament met restlegaat op waarbij hij een deel van zijn vermogen in volle eigendom - waaronder de gezinswoning- nalaat aan zijn echtgenote (hierbij rekening houdend met de wettelijke reserve van zijn kinderen). Hij voorziet dat bij overlijden van zijn echtgenote, het restant van de door hem nagelaten goederen toekomt aan zijn eigen kinderen en niet aan de kinderen van zijn echtgenote. Op deze manier wordt tegemoetgekomen aan de wens van Jean om zijn echtgenote zoveel mogelijk te beschermen, alsook aan de wens dat zijn vermogen finaal bij zijn eigen kinderen terechtkomt en niet bij de familieleden van zijn echtgenote.

Vanuit fiscaal oogpunt dient Brigitte erfbelasting te betalen op de goederen die zij verkrijgt bij testament en dit volgens de tarieven die in het bevoegde gewest van toepassing zijn. Bij overlijden van Brigitte zijn de kinderen van Jean erfbelasting verschuldigd waarbij het tarief in de erfbelasting bepaald wordt door de relatie tussen Jean en zijn kinderen (tarief rechte lijn).

4. Duolegaat

Het duolegaat wordt vaak gebruikt in het kader van successieplanning door personen die alleenstaand of kinderloos zijn en die hun vermogen willen nalaten aan familieleden die belast worden aan de hoogste tarieven in de erfbelasting (van 25% tot 80%), bijvoorbeeld neven en nichten.

Het duolegaat is een techniek waarbij de erflater een testament opmaakt waarin een deel van het vermogen wordt nagelaten aan een vereniging (onderhevig aan lage tarieven in de erfbelasting1) enwaarbij aan deze vereniging de last wordt opgelegd om een nettobedrag (na erfbelasting) uit te keren aan bepaalde legatarissen, dit zijn de personen die in het testament worden aangeduid (bijvoorbeeld de neven en nichten) evenals alle erfbelasting te voldoen, zowel de erfbelasting die verschuldigd is op het aandeel dat de vereniging ontvangt als deze die verschuldigd is op het aandeel dat de andere legatarissen (neven en nichten) ontvangen.

In het Brussels Hoofdstedelijk Gewest en het Waals Gewest is het duolegaat een fiscaal interessante planningstechniek waarbij u zowel een goed doel kan steunen als de erfbelasting in hoofde van uw erfgenamen kan verminderen. In Vlaanderen daarentegen heeft de Vlaamse decreetgever dit fiscaal voordeel van het duolegaat met ingang van 1 juli 2021 afgeschaft, omdat men van oordeel was dat misbruik werd gemaakt van deze techniek.

Wenst u meer informatie over dit onderwerp, dan verwijzen we u graag door naar onze Estate Planning Flash met als titel: "De toekomst van het duolegaat in de Drie Gewesten; Belangrijke veranderingen in Vlaanderen".

5. Ontneming van het wettelijk vruchtgenot

Zolang een kind minderjarig is, oefenen de ouders in principe gezamenlijk het ouderlijk gezag uit.
Het ouderlijk gezag houdt onder meer in:
  • Het beheer over het vermogen van de minderjarige totdat deze de leeftijd van 18 jaar heeft bereikt. Bezit een minderjarige een onroerend goed, dan dienen de ouders bijvoorbeeld gezamenlijk te beslissen over de eventuele verhuur of grove herstellingen van het gebouw.
  • Het wettelijk vruchtgenot over het vermogen van de minderjarige totdat deze de leeftijd van 18 jaar heeft bereikt. Het vruchtgenot geeft de ouders onder meer het recht om een woning, eigendom van de minderjarige, te bewonen, om de inkomsten uit het vermogen van de minderjarige te gebruiken of de voorrechten van vennoten uit te oefenen op de aan de minderjarige toebehorende aandelen, dit alles in het belang van de minderjarige.
Bij overlijden van één van de ouders, oefent de langstlevende ouder het ouderlijk gezag alleen uit zonder enige vorm van bijzonder toezicht.

Dit kan mogelijks tot ongewenste situaties leiden indien ouders gescheiden zijn en één van de ouders een vermogensplanning wil opzetten voor hun minderjarige kinderen of indien grootouders een deel van hun vermogen aan hun nog minderjarige kleinkinderen wensen na te laten. Niet alle ouders beschikken immers over de nodige wil of mogelijkheden om het vermogen van de minderjarige(n) goed te beheren.

Om hieraan tegemoet te komen kan het testament uitdrukkelijk bepalen dat de langstlevende ouder geen ouderlijk vruchtgenot geniet met betrekking tot de goederen die aan de minderjarige worden nagelaten. Deze techniek is volkomen wettelijk, de mogelijkheid werd zelfs uitdrukkelijk in de wet voorzien.

Het recht om het vermogen van de minderjarige te beheren wordt door een groot deel van de rechtsleer evenwel beschouwd als een recht van openbare orde. Dit houdt in dat eventuele maatregelen die het beheer aan de ouder zouden onttrekken kunnen worden aangevochten.

Besluit

In dit kader mag men niet uit het oog verliezen dat, naar Belgisch recht, bepaalde erfgenamen (de kinderen en langstlevende huwelijkspartner door de wet beschermd zijn en dus altijd aanspraak maken op een minimumdeel van uw nalatenschap, ongeacht wat u in uw testament heeft opgenomen.

Het is ten stelligste aangewezen om u te laten begeleiden bij het opstellen van uw testament zodat u de zekerheid heeft dat het testament rechtsgeldig is en eventuele conflicten of verkeerde interpretaties na uw overlijden vermeden worden.
Overdracht vermogen

U zoekt andere mogelijkheden om uw naasten te beschermen?

Dit is commerciële informatie uitgaande van Bank Degroof Petercam nv, met zetel te Nijverheidsstraat 44, 1040 Brussel, België (hierna “Bank Degroof Petercam”), die verantwoordelijk is voor de productie en de verdeling ervan. De informatie in dit document is uitsluitend bedoeld voor algemene informatiedoeleinden en mag niet worden beschouwd als raad over financiële planning in de zin van de Wet van 25 april 2014, noch als enig ander advies, voorstel of persoonlijke informatie, noch als openbaar aanbod van financiële instrumenten. De algemene informatie in dit document is niet afgestemd op de individuele persoonlijke situatie van de geadresseerde/lezer/ontvanger. Dit document is niet bedoeld om een volledige beschrijving te geven van de geldende wettelijke bepalingen, de rechtsleer of de rechtspraak, noch van de financiële dienst(en) die Bank Degroof Petercam aanbiedt. Hoewel alle voorzorgen werden genomen en Bank Degroof Petercam bij de redactie van huidig document beroep heeft gedaan op bronnen welke ze betrouwbaar acht, kan Bank Degroof Petercam de juistheid of volledigheid van de informatie in dit document niet garanderen en kunnen noch Bank Degroof Petercam, noch haar verbonden vennootschappen, bestuurders, adviseurs of werknemers verantwoordelijk worden gesteld voor enige onjuiste, onvolledige of ontbrekende informatie, of voor enige rechtstreekse of onrechtstreekse schade, verlies, kosten, vordering of andere uitgave die voortvloeit uit het gebruik van dit document, behalve in het geval van opzettelijke fout of grove nalatigheid.
Huidig document mag niet worden gekopieerd of verspreid zonder voorafgaandelijke schriftelijke toestemming vanwege Bank Degroof Petercam.
De verstrekte informatie is correct op de datum van publicatie.
Bank Degroof Petercam is erkend door en staat onder prudentiëel toezicht van de Nationale Bank van België, Berlaimontlaan 14, 1000 Brussel, en onder het toezicht van de Autoriteit voor Financiële Diensten en Markten (FSMA), Congresstraat 12-14, 1000 Brussel, voor de bescherming van beleggers en consumenten.

Verantwoordelijke uitgever: Bank Degroof Petercam
Wettelijk adres: Bank Degroof Petercam nv, Nijverheidsstraat 44, 1040 Brussel.
BTW: BE 0403.212.172 (RPR Brussel) - FSMA 040460 A
¹ De testator is de persoon die een testament maakt m.b.t zijn of haar nalatenschap.
² In het Waals gewest kan slechts van deze vrijstelling in de erfbelasting, genoten worden, indien de erflater minstens vijf jaar voorafgaand aan zijn overlijden zijn hoofdverblijfplaats in de woning had
³ De tarieven van de erfbelasting zijn in elk gewest verschillend maar zijn wel overal progressief. Dit betekent dat de tarieven stijgen naar gelang van de belastingschijf waarop zij van toepassing zijn. Hoe hoger de waarde van een nalatenschap is, hoe hoger de belastingschijf zal zijn waarin de betrokken erfgenaam zal vallen en hoe hoger de tarieven van de successierechten zullen zijn.
In beginsel bepaalt de wet aan wie een nalatenschap toekomt: dit wordt de ‘wettelijke devolutie’ genoemd. Wanneer de erflater, dit is de persoon die overleden is, een huwelijkspartner en kinderen nalaat, bepaalt de wet dat de langstlevende huwelijkspartner het vruchtgebruik over de gehele nalatenschap verkrijgt en de kinderen de blote eigendom, ieder voor een gelijk deel.
Rekening houdend met de tarieven in het bevoegde gewest
0% voor legaten aan VZW’s in het Vlaams Gewest en 7% voor legaten aan VZW’s in het Waals Gewest en het Brussels Hoofdstedelijk Gewest. Er zij op gewezen dat in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest het tarief van de successierechten 25% bedraagt voor legaten aan VZW's die geen federale erkenning genieten.
Deel het artikel
Gereglementeerd door de Belgische Autoriteit voor Financiële Diensten en Markten (FSMA) en de Nationale Bank van België | Alle rechten voorbehouden 2024, Degroof Petercam