Onze experten volgen de economie en de financiële markten op de voet.

Nieuw samengestelde gezinnen: een vermogensplanning op maat

Annelies Van Gronsveld - Estate Planner
Nieuw samengestelde gezinnen zijn vandaag geen uitzondering meer. Wie na een relatiebreuk of overlijden van een partner iemand nieuw leert kennen, heeft vaak al kinderen uit een vorige relatie. Deze nieuwe familiale banden zorgen vaak voor uitdagingen, ook op het vlak van vermogens- en successieplanning.

Wie verkrijgt welke goederen bij mijn overlijden? Zullen mijn partner, mijn kinderen en de kinderen van mijn partner wel overeenkomen met betrekking tot de verdeling van mijn erfenis? Kan ik hierop anticiperen en hoe kan ik de verschillende belangen verzoenen?

Hierna bespreken wij enkele veelgestelde vragen over vermogensplanning in een nieuw samengesteld gezin.

Wat gebeurt er bij mijn overlijden indien ik niets heb geregeld?

1) Wettelijk erfrecht

Indien u niets heeft geregeld wordt uw nalatenschap verdeeld volgens de regels van het wettelijk erfrecht. De rechten die uw kinderen en uw nieuwe partner in uw nalatenschap verkrijgen, worden mede bepaald door uw samenlevingsvorm:
  • Woont u feitelijk samen met uw nieuwe partner, dan erft uw partner niets en komt uw volledige nalatenschap toe aan uw eigen kind(eren).
  • Woont u wettelijk samen met uw nieuwe partner, dan erft uw partner het vruchtgebruik op de gezinswoning en de huisraad. Uw kinderen erven de blote eigendom van de gezinswoning en de huisraad en de volle eigendom van de overige goederen in uw nalatenschap.
  • Bent u gehuwd met uw nieuwe partner, dan verkrijgt uw langstlevende echtgenoot het vruchtgebruik over uw gehele nalatenschap en uw kinderen de blote eigendom.
De wet voorziet niet in een wettelijk erfrecht tussen ouder(s) en hun stiefkinderen (of ‘pluskinderen’). De kinderen van uw partner maken dus geen aanspraak op uw nalatenschap, tenzij u hiervoor actief stappen onderneemt (bijvoorbeeld door hen aan te stellen in uw testament).
Lucas heeft twee dochters uit een eerdere relatie, Sophie en Olivia. Na zijn echtscheiding vindt Lucas opnieuw de liefde bij Marie. Marie heeft eveneens een zoon uit een vorige relatie, Thomas. Lucas en Marie besluiten te huwen en stellen zich de vraag wat er met hun vermogen gebeurt indien één van hen overlijdt.
Nieuw-samengestelde-gezinnen:-een-vermogensplanning-op-maat-img0

2) Gesplitste verhouding vruchtgebruik-blote eigendom

Door het overlijden van de eerststervende partner komen diens kinderen in een verhouding vruchtgebruik-blote eigendom terecht met de nieuwe partner van hun vader of moeder.

In het voorbeeld erft Marie het vruchtgebruik over de nalatenschap. Zij verkrijgt hierdoor het levenslanggenot over de goederen: ze mag in de gezinswoning blijven wonen, heeft recht op de huuropbrengsten van de onroerende goederen, verkrijgt de interesten en dividenden van de effectenportefeuille, etc. Het vruchtgebruik eindigt wanneer Marie overlijdt. De dochters van Lucas erven de blote eigendom van de goederen en kunnen in principe pas ten volle over de goederen beschikken op het moment dat het vruchtgebruik van Marie uitdooft bij haar overlijden.

Deze verhouding vruchtgebruik-blote eigendom leidt mogelijk tot spanningen tussen de erfgenamen:
  • Wie draagt de kosten indien er herstellingen aan de woning moeten gebeuren?
  • Wat als de langstlevende partner of de kinderen een onroerend goed willen verkopen, maar de andere partij zich hiertegen verzet? In principe is voor de verkoop steeds het akkoord van iedereen nodig.
De wetgever is zich bewust van deze problematiek en heeft voorzien dat zowel de kinderen als de langstlevende partner een einde kunnen stellen aan deze gesplitste eigendomsverhouding door een omzetting van het vruchtgebruik. In ruil voor de afstand van het vruchtgebruik, krijgt de langstlevende partner dan ofwel (een deel van) de volle eigendom van de goederen waarvan het vruchtgebruik werd geërfd, of de tegenwaarde ervan in de vorm van een kapitaal of een gewaarborgde en geïndexeerde rente. Enkel wat betreft de gezinswoning beschikt de langstlevende echtgenoot over een vetorecht, waardoor de kinderen de langstlevende nooit gedwongen uit de woning kunnen zetten.

De waarde van het vruchtgebruik is afhankelijk van de leeftijd van de langstlevende partner. De wet bepaalt bovendien dat wanneer u kinderen hebt uit een vorige relatie, uw huwelijkspartner fictief geacht wordt twintig jaar ouder te zijn dan uw oudste kind, waardoor de waarde van het vruchtgebruik lager is dan de waarde van het vruchtgebruik wanneer die berekend zou zijn rekening houdend met de werkelijke leeftijd.

Ik wens af te wijken van de wettelijke regeling: enkele vaak voorkomende bekommernissen

1) Hoe kan ik mijn langstlevende partner beschermen?

U wil uw partner meer nalaten dan wat bij wet is voorzien. Welke mogelijkheden bestaan er?
a) Via schenking of testament
U kan er via een schenking of testament¹ voor zorgen dat (een groter deel van) uw vermogen toekomt aan uw langstlevende partner.
Aandachtspunten:
  • U kan niet onbeperkt over uw vermogen beschikken: uw kinderen hebben immers recht op een minimum deel van uw vermogen (‘de wettelijke reserve’). Het beschikbaar deel van uw vermogen bedraagt de helft. De overige helft is voorbehouden aan uw kinderen. Heeft u bijvoorbeeld twee kinderen, dan hebben zij ieder minstens recht op één/vierde van uw vermogen, de overige helft van uw vermogen kan u aan een andere persoon naar keuze nalaten, zoals bijvoorbeeld uw partner.
  • Aangezien er geen wettelijk erfrecht bestaat tussen uw partner en uw eigen kinderen, zullen de goederen die u aan uw partner schenkt of legateert bij diens overlijden niet terugkeren naar uw kinderen, maar zullen deze toekomen aan de kinderen (of andere erfgenamen) van uw partner. Uw kinderen kunnen hierdoor benadeeld worden.
  • Een schenking is in principe steeds definitief en onherroepelijk. Een uitzondering hierop betreft de schenking tussen echtgenoten: voor zover de schenking plaatsvindt buiten het huwelijkscontract kan de schenkende echtgenoot de schenking altijd en zonder opgave van reden herroepen. Deze mogelijkheid tot herroeping is er niet voor feitelijke of wettelijke samenwonenden.
Voorbeeld:

Marie en Lucas wonen samen in een woning, waarvan enkel Lucas eigenaar is. Lucas wil dat de woning bij zijn overlijden in volle eigendom toekomt aan Marie en neemt dit uitdrukkelijk op in zijn testament. De woning heeft een waarde van € 600.000 euro. Het totale vermogen van Lucas (inclusief de woning) bedraagt € 1.000.000. Verkrijgt Marie de volledige woning dan overschrijdt dit de helft van zijn vermogen met € 100.000. Zijn dochters Sophie en Olivia hebben bijgevolg een vordering (‘tot inkorting’) op Marie t.b.v. € 100.000. Bij overlijden van Marie zal de woning in volle eigendom toekomen aan haar zoon Thomas.
b) Via huwelijksvoordelen
Echtgenoten kunnen elkaar ook beschermen door bepaalde clausules op te nemen in hun huwelijkscontract. Bent u gehuwd onder een gemeenschapsstelstel of een stelsel van scheiding van goederen met een beperkte gemeenschap (‘TIGV’²), kan u bijvoorbeeld in uw huwelijkscontract bepalen dat de langstlevende huwelijkspartner bij overlijden van de eerststervende huwelijkspartner mag kiezen welke goederen hij/zij verkrijgt uit het gemeenschappelijk vermogen of ‘TIGV’ (zogenaamd ‘keuzebeding’). Zo kan de langstlevende er bijvoorbeeld voor opteren om alle gemeenschappelijke goederen naar zich toe te trekken (hierbij rekening houdend met het feit dat alles wat de langstlevende in volle eigendom verkrijgt niet zal toekomen aan de kinderen van de eerststervende, tenzij voorzien werd in een bijzondere regeling (cf. infra))
Aandachtspunt:

De wetgever beschermt de kinderen uit een vorige relatie tegen zogenaamde overmatige huwelijksvoordelen. Alles wat via huwelijkscontract aan de langstlevende echtgeno(o)t(e) toekomt boven de helft van de aanwinsten, wordt beschouwd als een schenking. Zoals voormeld mogen schenkingen het minimum erfdeel van de kinderen niet aantasten. Is dit wel het geval, dan verkrijgen de kinderen een vordering tot inkorting op de langstlevende echtgenoot.
c) Beding van aanwas
Een andere mogelijke planningstechniek betreft het beding van aanwas. Dit betreft een kanscontract waarbij partners voor bepaalde goederen die zij bezitten, overeenkomen dat het deel van de eerststervende zal toekomen aan de langstlevende. Wie uiteindelijk het goed verwerft, hangt dus af van een onzekere gebeurtenis, het overlijden van de eerststervende partner. De goederen waarop het beding van aanwas betrekking heeft, vallen juridisch gezien niet in uw nalatenschap. Uw erfgenamen (kinderen) kunnen bijgevolg geen aanspraak maken op deze goederen of hun wettelijke reserve inroepen, waardoor uw langstlevende partner met zekerheid de goederen kan behouden.

Op burgerrechtelijk vlak, en mits voldaan werd aan bepaalde voorwaarden, biedt het beding van aanwas een doeltreffendebescherming aan de langstlevende partner (hierbij rekening houdend met het feit dat alles wat de langstlevende in volle eigendom verkrijgt niet zal toekomen aan de kinderen van de eerststervende, tenzij voorzien werd in een bijzondere regeling (cf. infra))

Op fiscaal vlak, en mits voldaan werd aan bepaalde voorwaarden, is het beding van aanwas een interessante planningstechniek aangezien het toelaat om roerende goederen belastingvrij over te dragen aan de langstlevende huwelijkspartner. Indien het beding van aanwas betrekking heeft op onroerend goederen zijn registratierechten verschuldigd. Of een beding van aanwas aangewezen is, dient in ieder geval per specifieke situatie bekeken te worden.

2) Hoe kan ik mijn kinderen uit een vorige relatie beschermen?

U bent hertrouwd en wilt uw kinderen uit een vorig huwelijk zoveel mogelijk beschermen. Welke mogelijkheden heeft u?
a) Valkeniersclausule
Een eerste mogelijkheid is om een ‘Valkeniersclausule’ op te nemen in uw huwelijkscontract. Deze clausule laat echtgenoten toe om op voorhand geheel of gedeeltelijk afstand te doen van hun erfrechten in de nalatenschap van de vooroverleden huwelijkspartner. De echtgenoten kunnen met andere woorden het wettelijk vruchtgebruik dat zij normaal zouden erven in de nalatenschap van de langstlevende verminderen of uitsluiten. Een essentiële voorwaarde voor deze clausule is dat minstens één van de echtgenoten één of meerdere kinderen heeft uit een vorige relatie. De Valkeniersclausule biedt bescherming aan uw kinderen uit een vorige relatie en voorkomt dat uw echtgenote en kinderen in een verhouding vruchtgebruik-blote eigendom terechtkomen na uw overlijden, wat eventuele moeilijkheden of spanningen m.b.t beheer van de goederen kan vermijden.
Aandachtspunten:
  • De Valkeniersclausule kan enkel in een huwelijkscontract of wijziging huwelijkscontract worden opgenomen en vereist de instemming van beide echtgenoten.
  • De clausule is niet noodzakelijkerwijs wederkerig: echtgenoten kunnen ervoor opteren dat de clausule maar op één van hen eenzijdig van toepassing is.
  • de langstlevende huwelijkspartner geniet minstens een recht van bewoning op de gezinswoning (en gebruik van de bijhorende inboedel) gedurende een periode van 6 maanden na het overlijden van de eerststervende. Een Valkeniersclausule kan deze minimumrechten niet ontnemen aan de langstlevende.
  • Ook al heeft u een Valkeniersclausule opgenomen in uw huwelijkscontract, u kan nog steeds uw huwelijkspartnerbegunstigen bij schenking of een testament (hierbij rekening houdend met de reserve van uw kinderen).
  • Sinds 1 september 2018 maakt de Valkeniersclausule een erfovereenkomst uit. Dit houdt onder meer in dat u een strikt formalisme dient na te leven. Het is dan ook aangewezen om minstens 1,5 maand voor uw huwelijk een afspraak met de notaris te maken.
Voorbeeld:

Marie en Lucas hebben een Valkeniersclausule opgenomen in hun huwelijkscontract en zijn overeengekomen om de erfrechten in elkaars nalatenschap te beperken. Bij het overlijden van Lucas verkrijgt Marie enkel een recht van bewoning m.b.t de gezinswoning (en het recht om de bijhorende inboedel te gebruiken) voor een periode van zes maanden vanaf het overlijden van Lucas. Hierdoor krijgen de kinderen van Lucas, Sophie en Olivia, de volle eigendom van de goederen in de nalatenschap van hun vader en worden mogelijke conflicten met Marie m.b.t een gesplitste eigendomsverhouding (vruchtgebruik-blote eigendom) vermeden.

Om Marie in staat te stellen om haar levensstijl te behouden na het overlijden van haar man, had Lucas tijdens zijn leven een schenking in volle eigendom aan zijn vrouw Marie gedaan.

Indien Marie en Lucas geen Valkeniers-overeenkomst in hun huwelijkscontract hadden opgenomen, zou Marie bij zijn overlijden het vruchtgebruik van Lucas' gehele vermogen hebben ontvangen. De kinderen van Lucas zouden slechts de blote eigendom van de nalatenschap hebben ontvangen en zouden dus niet hebben kunnen beschikken over de goederen die zij van hun vader hebben geërfd tot aan het overlijden van Marie, hun stiefmoeder.
b) Testament
Een tweede mogelijkheid is om een testament op te stellen waarin u het erfrecht van uw langstlevende huwelijkspartner beperkt tot zijn/haar reserve, in het voordeel van uw eigen kinderen. In tegenstelling tot een Valkeniersclausule kan u niet alle erfrechten aan uw langstlevende huwelijkspartner ontnemen. De langstlevende heeft immers steeds het recht op zijn of haar reserve, te weten het vruchtgebruik op de helft van de nalatenschap of minstens het vruchtgebruik van de gezinswoning en de bijhorende inboedel. Uw kinderen verkrijgen het saldo van uw nalatenschap.

Aandachtspunt:
  • In tegenstelling tot de Valkeniersclausule is het testament een eenzijdige akte die u ten alle tijde kan herroepen.

3) Hoe kan ik een evenwicht creëren tussen de bescherming van mijn partner enerzijds en mijn kinderen anderzijds?

a) Fideï-commis de residuo (restschenking of restlegaat)
Wil u een deel van uw vermogen in volle eigendom geven aan uw langstlevende partner, maar wil u vermijden dat dit vermogen bij het overlijden van uw partner enkel toekomt aan zijn/haar erfgenamen (en niet aan uw eigen kinderen), dan kan u ervoor opteren om een ‘fideï-commis de residuo te voorzien in een schenking of testament.

Het fideï-commis de residuo houdt in dat iemand in een schenking of testament opeenvolgende begunstigden aanduidt: de schenker of erflater bepaalt dat een (deel van) zijn vermogen in eerste instantie toekomt aan een eerste begunstigde (bv. uw partner) en bij het overlijden van deze eerste begunstigde, komt hetgeen overblijft van het geschonken vermogen toe aan een tweede begunstigde (bv. uw kinderen). Op die manier zal alles wat overblijft van deze goederen bij het overlijden van uw partner toekomen aan uw kinderen en niet aan de eigen erfgenamen van uw partner.

Aandachtspunten:
  • Geen bewaarplicht: de eerste begunstigde (uw partner) mag in principe vrij beschikken over het verkregen vermogen en kan deze dus volledig ‘opleven’. Wel kan worden voorzien dat uw partner niet over het vermogen mag beschikken bij wijze van schenking of testament.
  • Traceerbaarheid: Opdat het fideï-commis volledig uitwerking krijgt dienen de goederen bij het overlijden van de eerste begunstigde (uw partner) nog voldoende traceerbaar te zijn. Het geschonken vermogen dient dus goed afgescheiden te blijven van het eigen vermogen van de begunstigde. Dit kan de nodige administratie en praktische moeilijkheden met zich meebrengen.
  • Reserve: ook hier dient u rekening te houden met de reserve van uw kinderen, waardoor de beschikking in het voordeel van uw partner maximaal de helft van uw vermogen kan bedragen.
  • Fiscaliteit: Fiscaal gezien wordt het toepasselijk tarief in de schenk- of erfbelasting bepaald door de relatie tussen de schenker of erflater en de respectievelijke eerste en tweede begunstigde.
Voorbeeld:

Lucas stelt een testament op met fideï-commis (of ‘restlegaat), waarbij hij zijn woning in volle eigendom nalaat aan zijn echtgenote Marie (hierbij rekening houdend met de wettelijke reserve van zijn kinderen). Hij voorziet dat, bij overlijden van Marie, de woning volledig zal toekomen aan zijn kinderen Olivia en Sophie. Op deze manier probeert hij Marie zoveel mogelijk te beschermen en zorgt hij ervoor dat zijn vermogen finaal bij zijn eigen kinderen terechtkomt en niet bij Thomas, de zoon van Marie.

4) Hoe kan ik mijn stiefkinderen betrekken in mijn successieplanning?

Vaak ontstaat er een hechte band tussen stiefouder (of plusouder) en stiefkind (pluskind), waardoor u mogelijk ook een deel van uw vermogen aan uw stiefkinderen wil nalaten. Vermits uw stiefkinderen niet automatisch van u erven, dient u hiervoor actief stappen te ondernemen. Welke mogelijkheden bestaan er?
a) Via een schenking of testament
Een eerste mogelijkheid is om een schenking uit te voeren of een testament op te maken in het voordeel van de kinderen van uw partner.

Aandachtspunten:
  • Wettelijke reserve: zoals vermeld kan u maar vrij beschikken over de helft van uw vermogen. Verkrijgen uw stiefkinderen meer dan de helft van uw vermogen dan zullen uw eigen kinderen hiertegen kunnen opkomen en een vordering tot inkorting instellen tegen het stiefkind.

    Een mogelijke oplossing hiervoor bestaat erin om een globale erfovereenkomst³ te sluiten met zowel uw eigen kinderen als uw stiefkinderen (of pluskinderen). Sinds de hervorming van het erfrecht is het mogelijk om een overeenkomst te sluiten m.b.t de gedane schenkingen, waarbij de kinderen afstand doen van hun recht van inkorting. Er wordt m.a.w. een streep getrokken onder de gedane schenkingen, waardoor hier geen rekening mee wordt gehouden bij de latere verdeling van nalatenschap.
  • Fiscaliteit: Wordt uw stiefkind op het vlak van schenk- en erfbelasting gelijk behandeld als uw eigen kinderen? Het antwoord hierop is verschillend naargelang het Gewest dat bevoegd is.

    Hierna bezorgen wij u een overzichtstabel⁴ van de fiscaliteit in de verschillende gewesten.
Nieuw-samengestelde-gezinnen:-een-vermogensplanning-op-maat-img
b) Via een adoptie
De meest verregaande mogelijkheid is een ‘stiefouderadoptie’. Als stiefouder heeft u vaak een erg goede band met uw stiefkind opgebouwd, wat in sommige gevallen zelfs kan leiden tot een adoptie. Door een adoptie wordt uw stiefkind burgerrechtelijk als uw eigen kind beschouwd en wordt hij/zij op gelijke manier behandeld als uw biologische kind(eren). Hierdoor verkrijgen zowel uw eigen kinderen als uw geadopteerde kind(eren) wettelijke erfrechten in uw nalatenschap en kunnen zij minstens hun wettelijke reserve opeisen.

Aandachtspunt
  • Als stiefouder heeft u de keuze tussen twee vormen van adoptie: een gewone adoptie of een volle adoptie. Het verschil tussen deze twee adopties ligt in het feit dat in het geval van gewone adoptie het geadopteerde kind de banden met zijn of haar oorspronkelijk familie behoudt. Bij een volle adoptie daarentegen verbreekt het geadopteerde kind volledig de banden met zijn biologische ouders, waardoor deze ook geen erfrechten meer kan laten gelden t.a.v. zijn biologische familie Bovendien kan een gewone adoptie zowel voor minderjarige kinderen als volwassenen, terwijl een volle adoptie enkel voor minderjarige kinderen mogelijk is. De adoptie betreft een gerechtelijke procedure waarbij de rechter een discretionaire bevoegdheid heeft.
  • Fiscaal gezien kan uw geadopteerde stiefkind onder bepaalde voorwaarden profiteren van het tarief van de directe lijn voor zowel de schenk- als de erfbelasting. Over dit onderwerp vindt u hieronder een samenvattende tabel⁵.
Nieuw-samengestelde-gezinnen:-een-vermogensplanning-op-maat-img2
Nieuw-samengestelde-gezinnen:-een-vermogensplanning-op-maat-img3
EP NSG pic5

Besluit

Vermogensplanning in nieuw samengestelde gezinnen is vaak een complex gegeven. Het is dan ook erg belangrijk om hier tijdig bij stil te staan en de nodige stappen te ondernemen. Zo kan u gemoedsrust creëren voor uzelf en uw omgeving en anticiperen op eventuele latere conflicten. Elke familie en elk vermogen is bovendien uniek, waardoor het is aangewezen om u professioneel te laten begeleiden voor de uitwerking van een vermogensplanning op maat.
Dit is commerciële informatie uitgaande van Bank Degroof Petercam nv, met zetel te Nijverheidsstraat 44, 1040 Brussel, België (hierna “Bank Degroof Petercam”), die verantwoordelijk is voor de productie en de verdeling ervan. De informatie in dit document is uitsluitend bedoeld voor algemene informatiedoeleinden en mag niet worden beschouwd als raad over financiële planning in de zin van de Wet van 25 april 2014, noch als enig ander advies, voorstel of persoonlijke informatie, noch als openbaar aanbod van financiële instrumenten. De algemene informatie in dit document is niet afgestemd op de individuele persoonlijke situatie van de geadresseerde/lezer/ontvanger. Dit document is niet bedoeld om een volledige beschrijving te geven van de geldende wettelijke bepalingen, de rechtsleer of de rechtspraak, noch van de financiële dienst(en) die Bank Degroof Petercam aanbiedt. Hoewel alle voorzorgen werden genomen en Bank Degroof Petercam bij de redactie van huidig document beroep heeft gedaan op bronnen welke ze betrouwbaar acht, kan Bank Degroof Petercam de juistheid of volledigheid van de informatie in dit document niet garanderen en kunnen noch Bank Degroof Petercam, noch haar verbonden vennootschappen, bestuurders, adviseurs of werknemers verantwoordelijk worden gesteld voor enige onjuiste, onvolledige of ontbrekende informatie, of voor enige rechtstreekse of onrechtstreekse schade, verlies, kosten, vordering of andere uitgave die voortvloeit uit het gebruik van dit document, behalve in het geval van opzettelijke fout of grove nalatigheid.
Huidig document mag niet worden gekopieerd of verspreid zonder voorafgaandelijke schriftelijke toestemming vanwege Bank Degroof Petercam.
De verstrekte informatie is correct op de datum van publicatie.
Bank Degroof Petercam is erkend door en staat onder prudentiëel toezicht van de Nationale Bank van België, Berlaimontlaan 14, 1000 Brussel, en onder het toezicht van de Autoriteit voor Financiële Diensten en Markten (FSMA), Congresstraat 12-14, 1000 Brussel, voor de bescherming van beleggers en consumenten.

Verantwoordelijke uitgever: Bank Degroof Petercam
Wettelijk adres: Bank Degroof Petercam nv, Nijverheidsstraat 44, 1040 Brussel.
BTW: BE 0403.212.172 (RPR Brussel) - FSMA 040460 A
¹ Wenst u meer informatie over het testament, dan verwijzen we u graag door naar onze Estate Planning Flash met als titel: " Het testament: een instrument voor vermogensplanning ".
² TIGV: toegevoegd intern gemeenschappelijk vermogen.
³ Indien u meer informatie over dit onderwerp wenst, kan u in één van de komende maanden een Flash Estate Planning over de erfovereenkomst verwachten.
⁴ De vermelde tarieven zijn degene die op 26 oktober 2022 geldig waren.
⁵ De vermelde tarieven zijn degene die op 26 oktober 2022 geldig waren.
Deel het artikel
Gereglementeerd door de Belgische Autoriteit voor Financiële Diensten en Markten (FSMA) en de Nationale Bank van België | Alle rechten voorbehouden 2024, Degroof Petercam