J-curve
Naast deze investeringsboost is er ook reden om aan te nemen dat de vierde industriële revolutie stilaan zijn vruchten zal beginnen afwerpen. Economen spreken van een J-curve effect: initieel trage productiviteitsgroei onmiddellijk na de invoering van nieuwe technologie, gevolgd door een snellere opleving nadien. Bijvoorbeeld: na de introductie van elektriciteit op het einde van de negentiende eeuw nam de productiviteit in de industrie maar toe nadat bedrijven eerst allerlei aanpassingen hadden doorgevoerd in hun productielijnen. Net zoals elektriciteit is artificiële intelligentie een zogenaamde ‘general-purpose technology’. Ook al vragen optimale resultaten wat aanpassingstijd door investeringen in knowhow en diffusie doorheen de maatschappij, er is voldoende potentieel om de productiviteit in vrijwel alle economische sectoren te verhogen. Ook ons land, waar de productiviteitsgroei de voorbije 25 jaar onder het OESO-gemiddelde bleef, zal profiteren. Al is dit natuurlijk geen vrijgeleide om gekende problemen zoals de lage arbeidsmarktparticipatie, gebrekkige concurrentie, overdreven regulering en institutionele complexiteit te veronachtzamen.
Ik ben voorzichtig optimistisch dat de macro-economische productiviteitscijfers in de toekomst opnieuw hoger zullen klimmen, zij het niet vanzelf. Het is ook nodig, zowel in de strijd tegen klimaatopwarming als ter versterking van de sociale zekerheid. Op lange termijn maakt het een wereld van verschil.