Onze experten volgen de economie en de financiële markten op de voet.

Productiviteitsgroei : wat brengt de toekomst?

‘Productiviteit is niet alles, maar op lange termijn is het bijna alles’. Zo stipte Paul Krugman in 1990 aan dat landen hun welvaartspeil enkel structureel kunnen verhogen via een hogere productie per eenheid input. Het gaat uiteindelijk over ‘slimmer werken’ in plaats van ‘harder werken’.
Ondanks baanbrekende technologische innovatie is de productiviteitsgroei evenwel al een tijdje tanende. De voorbije twee decennia viel het OESO-gemiddelde terug op 1%, een fel contrast met de jaren zeventig, tachtig en negentig (gemiddeld 2,4%) en zeker met de jaren vijftig en zestig (gemiddeld 4,6%). Het is zeker niet zo dat er in het recente verleden amper vooruitgang was, wel dat die vooral geconcentreerd zat bij grote innovatieve en internationale bedrijven. De vraag is nu wat de toekomst brengt. De verminderde (geo)politieke appetijt voor globalisering, de vergrijzende samenleving en de coronasteun die ook talrijke zombiebedrijven langer overeind houdt, wijzen niet meteen op verbetering.
Toch zijn er ook factoren die pleiten voor een optimistischer scenario.
Productiviteitsgroei : wat brengt de toekomst?-img1
OESO

Investeringsboost

  • Ten eerste heeft de coronapandemie het tempo van de digitale transformatie versneld, met een verdere expansie van de e-commerce en een bredere uitrol van telegeneeskunde, online-onderwijs, fintech, videoconferenties en telewerken. Deze versnelde leerervaring kan voordelen opleveren in de vorm van kostenbesparingen, verminderde reistijd, een verhoogd welzijn en een efficiëntere taakuitvoering. Volgens een recente studie van het Amerikaanse National Bureau of Economic Research zou de nieuwe hybride werkomgeving een productiviteitsverhoging van bijna 5% kunnen opleveren, al zou die vooral de hoger opgeleide werknemers ten goede komen.
  • Ten tweede, ondanks het feit dat de coronapandemie nog niet voorbij is en de werkgelegenheidsgraad onder het pre-coronaniveau blijft, valt de krapte op de arbeidsmarkt op vele plaatsen niet te negeren. In België bijvoorbeeld zijn er 4,2 vacatures per 100 werkenden, duidelijk hoger dan vóór corona (3,5%). In Nederland zijn er meer vacatures dan werklozen. En onder meer in de VS gaat een hoge vacaturegraad gepaard met een versnellende loongroei. Deze realiteit zal bedrijven ertoe aanzetten om de bestaande technologische mogelijkheden beter te benutten en bijkomende investeringen te doen. Zeker tegen de achtergrond van de vergrijzing die het nieuwe aanbod van potentiële werknemers eerst doet vertragen en nadien terugvallen.
  • Een derde reden is dat beleidsmakers recent beter zijn gaan begrijpen dat productiviteitsverhogende overheidsinvesteringen te weinig aandacht hebben gekregen in de voorbije decennia. De oproep van internationale instellingen zoals het IMF en de OESO om de publieke investeringsratio’s op te krikken in het licht van de klimaattransitie en andere sociaaleconomische uitdagingen krijgen nu wel gehoor. Initiatieven zoals het infrastructuur- en welzijnsprogramma in de VS alsook het Next Generation Fund van de Europese Unie zullen naar verwachting de productiviteit verhogen via een ruimere publieke kapitaalvoorraad die op zijn beurt als aantrekkingspool voor private investeringen fungeert.

J-curve

Naast deze investeringsboost is er ook reden om aan te nemen dat de vierde industriële revolutie stilaan zijn vruchten zal beginnen afwerpen. Economen spreken van een J-curve effect: initieel trage productiviteitsgroei onmiddellijk na de invoering van nieuwe technologie, gevolgd door een snellere opleving nadien. Bijvoorbeeld: na de introductie van elektriciteit op het einde van de negentiende eeuw nam de productiviteit in de industrie maar toe nadat bedrijven eerst allerlei aanpassingen hadden doorgevoerd in hun productielijnen. Net zoals elektriciteit is artificiële intelligentie een zogenaamde ‘general-purpose technology’. Ook al vragen optimale resultaten wat aanpassingstijd door investeringen in knowhow en diffusie doorheen de maatschappij, er is voldoende potentieel om de productiviteit in vrijwel alle economische sectoren te verhogen. Ook ons land, waar de productiviteitsgroei de voorbije 25 jaar onder het OESO-gemiddelde bleef, zal profiteren. Al is dit natuurlijk geen vrijgeleide om gekende problemen zoals de lage arbeidsmarktparticipatie, gebrekkige concurrentie, overdreven regulering en institutionele complexiteit te veronachtzamen.
Ik ben voorzichtig optimistisch dat de macro-economische productiviteitscijfers in de toekomst opnieuw hoger zullen klimmen, zij het niet vanzelf. Het is ook nodig, zowel in de strijd tegen klimaatopwarming als ter versterking van de sociale zekerheid. Op lange termijn maakt het een wereld van verschil.
Deel het artikel
Meer over:
Gereglementeerd door de Belgische Autoriteit voor Financiële Diensten en Markten (FSMA) en de Nationale Bank van België | Alle rechten voorbehouden 2024, Degroof Petercam