Het betreft een toepassing van een principe ingeschreven in ons Burgerlijk Wetboek, de zogenaamde “inbetalinggeving”, dat voorziet dat in onderling akkoord tussen een schuldenaar en diens schuldeiser, deze laatste een andere prestatie in betaling kan aanvaarden ter voldoening van een geldschuld (in casu de verschuldigde successierechten/erfbelasting).
Nieuw in Vlaanderen¹
Sinds 1 juli 2023 is de bestaande regelgeving in het Vlaamse gewest aangepast en uitgebreid: de nieuwe regeling is niet alleen heel wat toegankelijker, maar bovendien ook fiscaal interessanter.
Toegankelijker omdat het toepassingsgebied is uitgebreid tot inbetalinggeving van “cultuurgoederen”, waar de wetgeving voordien enkel sloeg op “kunstwerken”. Naast schilderwerken of beeldhouwkunst, kunnen nu ook onder meer archeologische vondsten, juwelen, manuscripten en wetenschappelijke objecten in aanmerking komen.
De regeling is ook fiscaal aantrekkelijker gemaakt in Vlaanderen omdat de voor inbetalinggeving aangeboden cultuurgoederen voor 120% van hun marktwaarde in aanmerking zullen worden genomen. De marktwaarde van de aangeboden cultuurgoederen zal worden bepaald door een speciale commissie (de zogenaamde “Topstukkenraad”) en wordt vervolgens vastgesteld door de Vlaamse regering. Het feit dat de cultuurgoederen voor 120% van hun marktwaarde in aanmerking worden genomen, betekent de facto een korting van 20% op de fiscale factuur van de erfbelasting en houdt dus een substantieel voordeel in voor degene die kiest voor inbetalinggeving met cultuurgoederen versus degene die de erfbelasting betaalt met geld.
Welke zijn de voorwaarden?
Om voor de regeling in aanmerking te komen, moeten de cultuurgoederen in hun geheel in volle eigendom toebehoren aan de overledene en/of diens langstlevende echtgenoot of wettelijk samenwonende partner en/of diens erfgenamen, legatarissen of begiftigden. Als de cultuurgoederen zijn ingebracht in een rechtspersoon, zoals bijvoorbeeld een private stichting, die niet is opgenomen als legataris in het testament van de erflater, kan dit dus een obstakel vormen voor de toepassing van de procedure van de inbetalinggeving.
Interessant is ook dat vóór het overlijden door de bezitter bij de Topstukkenraad een vraag kan worden ingediend om na te gaan of bepaalde goederen die deze in bezit heeft in aanmerking zouden kunnen komen voor de latere betaling van de erfbelasting via de procedure van inbetalinggeving.
De betaling van erfbelasting door inbetalinggeving van cultuurgoederen dient wel in alle gevallen nog steeds aanvaard te worden door de fiscale administratie, het is dus geen recht van de belastingplichtige om de erfbelasting op die wijze te voldoen.
Nieuwe mogelijkheden voor planning met kunst
De uitbreiding van het toepassingsgebied voor de procedure van inbetalinggeving en de nieuwe fiscale stimuli bieden interessante nieuwe planningsmogelijkheden voor bezitters van cultuurgoederen.
Wenst u meer uitleg over welke cultuurgoederen in aanmerking zouden kunnen komen of over de procedure van de inbetalinggeving, aarzel dan niet om via uw Private Banker advies in te winnen bij de collega´s van Estate Planning en Art Advisory.