Onze experten volgen de economie en de financiële markten op de voet.
aangifte-personenbelasting-enkele-aandachtspunten

De aangifte in de personenbelasting: nieuwigheden en aandachtspunten met betrekking tot inkomsten uit vermogen

Niko Hostyn - Head of Estate Planning Flanders
Als natuurlijke persoon inwoner van België bent u verplicht om jaarlijks een aangifte in de personenbelasting in te dienen¹. Het aangifteformulier voor aanslagjaar 2022 heeft betrekking op de inkomsten van 2021.
  • U kan uw aangifte ofwel via een papieren aangifte, ofwel online indienen². In het eerste geval dient de aangifte voor het inkomstenjaar 2021 uiterlijk op 30 juni 2022 te worden ingediend, in het tweede geval ten laatste op 15 juli 2022.
  • Indien u uw aangifte laat indienen via een mandataris (boekhouder, accountant,…) dan heeft die tijd tot en met 30 september 2022 om de aangifte via Tax-on-web in te dienen ³.
Zoals vorig jaar, leek het ons nuttig om opnieuw even stil te staan bij bepaalde nieuwigheden in het aangifteformulier 2022 (zie eerste titel hieronder). Daarnaast zullen we kort terugkomen op een aantal aandachtspunten, onderwerpen die reeds besproken werden in eerdere Estate Planning communicaties (tweede titel hierna).

We beperken ons in deze blogtekst tot de elementen in de aangifte welke de inkomsten uit het (roerend en onroerend) vermogen betreffen en gaan niet in op andere nieuwigheden in het aangifteformulier.

Nieuw in het aangifteformulier: uniformisering belastbare grondslag onroerende inkomsten

Onder druk van Europa heeft België zijn wetgeving inzake de belastingheffing van inkomsten van buitenlandse onroerende goederen moeten wijzigen. De weerslag hiervan is terug te vinden in het aangifteformulier voor het aanslagjaar 2022.

De belastbare grondslag voor inkomen uit onroerend goed in het buitenland wordt voortaan, net zoals voor vastgoed in België gelegen, bepaald aan de hand van het kadastraal inkomen (KI).

Teneinde dit KI te berekenen, werden de Belgische belastingplichtigen die zakelijke rechten (eigendomsrecht, vruchtgebruik, recht van erfpacht, opstalrecht) hebben op buitenlands onroerend goed vorig jaar aangeschreven door de fiscale administratie. Eigenaars die niet werden gecontacteerd, dien(d)en daartoe zelf een aanvraag in te dienen (zie flash 23 maart 2021 “onroerend goed in het buitenland. In principe kan iedere belastingplichtige met onroerend goed in het buitenland het KI van zijn/haar buitenlandse woning ondertussen terugvinden in de “Tax-on-web” applicatie.

Alle inkomsten van onroerende goederen, ongeacht hun geografische oorsprong, dienen nu te worden aangegeven onder de rubriek A van Vak III “inkomsten van Belgische en buitenlandse oorsprong”. Voor alle duidelijkheid, ook als u geen effectieve “inkomsten” ontvangt uit uw (buitenlands) onroerend goed, zal u toch het KI dienen op te nemen onder Vak III (uitzondering voor de “eigen woning”).
aangifte-personenbelasting-enkele-aandachtspunten-img1
In het meest frequent voorkomende geval dat u uw woning in het buitenland zelf gebruikt (en dus niet verhuurt) of verhuurt aan particulieren, zal u het niet-geïndexeerd KI dienen te vermelden onder de code 1106-58/2106-28. Merk op dat, in tegenstelling tot vroeger, er in de aangifte geen afzonderlijke codes meer zijn voor inkomsten uit buitenlands onroerend goed. Bovendien kan de buitenlandse belasting niet langer in mindering worden gebracht van de belastbare basis. Indien u de woning gemeubeld verhuurt, zal u een deel van de huurinkomsten als roerende inkomsten dienen aan te geven (onder Vak VII, codes 1156-08/2156-75).

De uniformisering met betrekking tot de codes in de aangifte en de belastbare basis betekent echter niet dat de inkomsten van buitenlands onroerend goed ook op dezelfde wijze worden belast als inkomsten uit in België gelegen vastgoed.

Dubbelbelastingverdragen (= verdragen tot het vermijden van dubbele belasting) kennen de heffingsbevoegdheid in de meeste gevallen toe aan het land van de ligging van het onroerend goed. In dat geval zal België deze inkomsten vrijstellen, maar er wel rekening mee houden voor het bepalen van het belastingtarief op de andere inkomsten. Dit principe is gekend onder de noemer “vrijstelling met progressievoorbehoud”.

De belastingplichtige zal onder rubriek B van vak III “inkomsten van buitenlandse oorsprong” dienen aan te geven welk deel van het onder rubriek A aangegeven kadastraal inkomen afkomstig is uit het buitenland, met vermelding van het land, de code waarnaast ze zijn ingevuld en het bedrag van de Inkomsten ⁴ .

De vrijstelling bedraagt 100% indien de onroerende inkomsten gegenereerd werden in een land waarmee België een dubbelbelastingverdrag heeft gesloten, en bedraagt 50% voor inkomsten uit niet-verdragslanden⁵. Concreet zullen uw buitenlandse onroerende inkomsten volledig zijn vrijgesteld indien het onroerend goed bijvoorbeeld gelegen is in Frankrijk, Italië of Spanje. In deze gevallen of indien u onroerend goed heeft in een ander land waarmee België een dubbelbelastingverdrag heeft gesloten, kan u de inkomsten opnemen onder “B. inkomsten van buitenlandse oorsprong, 1. Vrijstelling met progressievoorbehoud”. Indien uw onroerend goed gelegen is in een land waarmee er geen belastingverdrag is, dan dienen de inkomsten hernomen te worden onder “B. inkomsten van buitenlandse oorsprong 2. Vermindering van de belasting tot de helft”. In dit geval zullen uw inkomsten in België worden belast (ongeacht of ze ook in het buitenland reeds zouden zijn belast), doch geldt er een belastingvermindering van 50%.
aangifte-personenbelasting-enkele-aandachtspunten-img2

Andere aandachtspunten die betrekking hebben op inkomsten uit het vermogen

1. Vrijstelling voor ontvangen dividenden
Net zoals de voorbije jaren kan u ook dit jaar voor dividenden toegekend of betaalbaar gesteld in het inkomstenjaar 2021 een belastingbesparing genieten.

Deze bedraagt ook dit jaar maximaal 240 euro, namelijk 30% (algemene tarief inzake de roerende voorheffing) van het maximaal vrij te stellen bedrag aan dividenden van 800 euro.

Deze vrijstelling geldt uitsluitend voor dividenden van “aandelen”. Dividenden ontvangen van zogenaamde instellingen voor collectieve belegging (vaak “beleggingsfondsen” genaamd zoals BEVEKS, gemeenschappelijke beleggingsfondsen, enz.) komen niet in aanmerking.

De vrijstelling geldt per inkomstenjaar en per persoon. Voor gehuwden en wettelijk samenwonenden betekent dit dus dat elke partner deze vrijstelling kan genieten.

Zoals u weet zal bij de uitbetaling van de dividenden in principe op het volledige bedrag van het dividend roerende voorheffing (30%, behoudens uitzonderingen) worden ingehouden. De te veel betaalde roerende voorheffing (maximaal 30% op 800 euro = 240 euro) zal moeten teruggevraagd worden in de aangifte personenbelasting ⁶.

Concreet vult u het bedrag van de ingehouden roerende voorheffing in onder code 1437-18/2437-85 van uw aangifte in de personenbelasting voor het aanslagjaar 2022. Deze code is terug te vinden in het vak VII. ‘Inkomsten van kapitalen en roerende goederen’ – rubriek A. ‘Inkomsten van kapitalen vóór aftrek van de innings- en bewaringskosten’ – punt b) ‘verrekenbare roerende voorheffing ingehouden op dividenden die (voor maximaal 800 euro) van de personenbelasting zijn vrijgesteld’. Het is dus niet het bedrag van de ontvangen dividenden, maar wél het bedrag van de ingehouden roerende voorheffing, met een maximum van 240 EUR (30% van 800 EUR aan dividenden) dat onder voormelde code kan worden opgenomen.
Aangifte PB INKOMSTEN VAN KAPITALEN

Bewijsstukken van de ontvangen dividenden of de inhouding van de roerende voorheffing dient u niet bij de aangifte te voegen, maar moet u uiteraard wel ter beschikking houden van de fiscale administratie.

Opgelet, in het geval dat u een voorstel van vereenvoudigde aangifte zou krijgen, zal de ingehouden roerende voorheffing niet vooraf ingevuld zijn onder code 1437-18/2437-85. Indien u voormelde belastingbesparing wenst te genieten, zal u het voorstel van vereenvoudigde aangifte dus dienen te verbeteren door de vermelding van de ingehouden roerende voorheffing in de bovenvermelde codes. Dit doet u via het antwoordformulier of online via My Minfin.

Ook dit jaar kan Degroof Petercam u een inkomstenstaat bezorgen om u te helpen dit deel van de aangifte in te vullen, uiteraard voor zover u bij de Bank dividenden ontvangen zou hebben welke in aanmerking komen.

2. Dividenden van Franse oorsprong en forfaitaire buitenlandse belasting (FBB)


Als u dividenden van Franse oorsprong ontvangt, wordt er eerst Franse bronheffing ingehouden en vervolgens zijn deze dividenden onderworpen aan belasting in België (hetzij door middel van roerende voorheffing, hetzij via de personenbelasting).

Om de dubbele belasting als gevolg van de Franse bronheffing te compenseren, voorziet het Frans-Belgische dubbelbelastingverdrag dat België de Franse bronheffing moet verrekenen met de Belgische belasting. Dit belastingkrediet, de zogenaamde ‘forfaitaire buitenlandse belasting’ of afgekort ‘FBB’, wordt door deze Overeenkomst vastgesteld op een minimumbedrag van 15% van het netto grensbedrag van het dividend⁷ .

Teneinde aanspraak te kunnen maken op voormeld belastingkrediet zal de belastingplichtige daartoe initiatief dienen te nemen via de belastingaangifte. In voorkomend geval zal u in de belastingaangifte onder het vak VII – “inkomsten van kapitalen en roerende goederen” dienen te vermelden:
  • indien een Belgische bank is tussengekomen voor de betaling: het nettobedrag van de dividenden na aftrek van de buitenlandse bronheffing en de Belgische roerende voorheffing, onder code 1160-04/2160-71 (inkomsten waarvan de aangifte facultatief is en die onderhevig zijn aan de roerende voorheffing van 30%);
  • bij afwezigheid van een Belgische financiële tussenpersoon: het bedrag van het netto ‘grensdividend’ (namelijk na inhouding van de Franse bronheffing) onder de code 1444-11/2444-78 (inkomsten waarvan de aangifte verplicht is en die onderworpen zijn aan een belastingtarief van 30%).
Bovendien is het noodzakelijk, aldus de minister van Financiën, om onder de rubriek F van vak VII, specifiek gewijd aan de inkomsten waarop een bijzonder aanslagstelsel van toepassing is, het volgende te vermelden (in functie van het betrokken land in kwestie):
  • het betreffende land (bijvoorbeeld Frankrijk),
  • de code waaronder de dividenden worden vermeld (1160-04/2160-71 en/of 1444-11/2444-78),
  • het totale betreffende bedrag,
  • de aard van de betreffende inkomsten (dividenden).
Voorgaande geldt voor de dividenden ontvangen in 2021. Voor dividenden ontvangen in de voorgaande jaren en waarvoor u het nodige niet zou hebben gedaan, verwijzen we naar onze eerdere communicaties ⁸.

Ook hier zal de Bank u – in voorkomend geval – een overzicht bezorgen teneinde u te helpen bij het invullen van uw aangifte.

3. Effectentaks 2.0

Voor wat betreft de taks op effectenrekeningen is er geen aangifteplicht in de personenbelasting.

Voor effectenrekeningen aangehouden in België, zullen de financiële instellingen de berekening, de inhouding en de betaling van de taks dienen uit te voeren voor rekening van de titularissen van de effectenrekeningen. De belastingplichtige moet hiervoor dus geen actie ondernemen. U moet om deze reden ook niet meer aangeven of u titularis bent van meerdere effectenrekeningen (verplichting die betrekking had op de eerste versie van de effectentaks).

Voor effectenrekeningen in het buitenland zal ofwel de buitenlandse financiële instelling deze taks inhouden en doorstorten, indien niet zal de belastingplichtige zelf over dienen te gaan tot het indienen van de aangifte en de betaling van de belasting. Deze aangifte gebeurt door middel van een elektronisch aangifteformulier dat ter beschikking wordt gesteld door de FOD Financiën. Dit gebeurt dus niet in het kader van de aangifte van de personenbelasting ⁹. Zoals de vorige jaren dient u nog steeds uw rekening(en) in het buitenland te vermelden in de aangifte personenbelasting (Vak XIII) (verplichting welke reeds meerdere jaren voor het invoeren van de taks op effectenrekeningen werd ingevoerd).

Andere wijzigingen aan het aangifteformulier

In voormelde flash zijn we enkel ingegaan op de nieuwigheden in en aandachtspunten bij het invullen van de aangifte die betrekking hebben op (de inkomsten uit) het vermogen.

In totaal zijn er dit jaar 34 codes verwijderd uit het aangifteformulier in vergelijking met vorig jaar, maar anderzijds zijn er ook 44 nieuwe codes toegevoegd.

Nieuwe codes welke betrekking hebben op een aantal “pandemiegerelateerde” maatregelen, alsook bijvoorbeeld de codes met betrekking tot nieuwe vormen van belastingkrediet (“vriendenaandeel” in Vlaanderen, “coup de pouce”-leningen in het Waals gewest, “Proxi”-leningen in het Brusselse gewest), het nieuw ingevoerde 0% tarief voor bepaald buitenlands inkomen uit een verdragsland dat naar Belgisch recht afzonderlijk belastbaar is (lijfrentes, pensioenkapitaal,…), of nog de aanpassing in de voorwaarden voor bepaalde personen ten laste, worden in deze flash niet besproken.

Mocht u vragen hebben omtrent de in deze blogtekst aangehaalde topics, aarzel dan niet om contact op te nemen met uw Private Banker of Estate Planner.

Dit is commerciële informatie uitgaande van Bank Degroof Petercam nv, met zetel te Nijverheidsstraat 44, 1040 Brussel, België (hierna “Bank Degroof Petercam”), die verantwoordelijk is voor de productie en de verdeling ervan. De informatie in dit document is uitsluitend bedoeld voor algemene informatiedoeleinden en mag niet worden beschouwd als raad over financiële planning in de zin van de Wet van 25 april 2014, noch als enig ander advies, voorstel of persoonlijke informatie, noch als openbaar aanbod van financiële instrumenten. De algemene informatie in dit document is niet afgestemd op de individuele persoonlijke situatie van de geadresseerde/lezer/ontvanger. Dit document is niet bedoeld om een volledige beschrijving te geven van de geldende wettelijke bepalingen, de rechtsleer of de rechtspraak, noch van de financiële dienst(en) die Bank Degroof Petercam aanbiedt. Hoewel alle voorzorgen werden genomen en Bank Degroof Petercam bij de redactie van huidig document beroep heeft gedaan op bronnen welke ze betrouwbaar acht, kan Bank Degroof Petercam de juistheid of volledigheid van de informatie in dit document niet garanderen en kunnen noch Bank Degroof Petercam, noch haar verbonden vennootschappen, bestuurders, adviseurs of werknemers verantwoordelijk worden gesteld voor enige onjuiste, onvolledige of ontbrekende informatie, of voor enige rechtstreekse of onrechtstreekse schade, verlies, kosten, vordering of andere uitgave die voortvloeit uit het gebruik van dit document, behalve in het geval van opzettelijke fout of grove nalatigheid.
Huidig document mag niet worden gekopieerd of verspreid zonder voorafgaandelijke schriftelijke toestemming vanwege Bank Degroof Petercam.
De verstrekte informatie is correct op de datum van publicatie.
Bank Degroof Petercam is erkend door en staat onder prudentiëel toezicht van de Nationale Bank van België, Berlaimontlaan 14, 1000 Brussel, en onder het toezicht van de Autoriteit voor Financiële Diensten en Markten (FSMA), Congresstraat 12-14, 1000 Brussel, voor de bescherming van beleggers en consumenten.

Verantwoordelijke uitgever: Bank Degroof Petercam
Wettelijk adres: Bank Degroof Petercam nv, Nijverheidsstraat 44, 1040 Brussel.
BTW: BE 0403.212.172 (RPR Brussel) - FSMA 040460 A
¹ Tenzij u een voorstel van vereenvoudigde aangifte toegestuurd krijgt. In dat voorstel wordt door de fiscale administratie een simulatie gedaan van de berekening van uw belastingen op basis van de fiscale gegevens die zij kennen. Indien de in het voorstel opgenomen gegevens juist en volledig zijn, hoeft u in principe niets meer te doen.
² De aangifte online indienen gebeurt via de website www.myminfin.be
³ Indien u het voorstel van vereenvoudigde aangifte laat wijzigen via een mandataris, dan heeft deze tot 15 juli 2022 om de aangifte in te dienen via MyMinfin.
⁴ Naargelang het geval zullen onder “inkomsten” het KI of de werkelijk ontvangen huurinkomsten (bijvoorbeeld bij beroepsmatige verhuur) dienen te worden vermeld
⁵ De hier besproken vrijstelling (met progressievoorbehoud) is niet te verwarren met het nieuw ingevoerde 0 procent tarief voor “afzonderlijk belastbare inkomsten” dat onder meerdere rubrieken wordt vermeld in de aangifte. Onroerende inkomsten zijn immers gezamenlijk belastbaar aan het progressieve belastingtarief.
⁶ Vennootschappen komen niet in aanmerking voor deze vrijstelling
⁷ Omtrent deze materie hebben wij reeds eerder uitvoerig gecommuniceerd. Wij verwijzen naar onze flash van 29 juni 2021, “verrekening bronheffing op Franse dividenden: een Pyrrhusoverwinning
⁸ Idem voetnoot 5
⁹ Uitleg van de FOD Financiën met betrekking tot het onderwerp, met een link naar het aangifteformulier vindt u onder
Deel het artikel
Gereglementeerd door de Belgische Autoriteit voor Financiële Diensten en Markten (FSMA) en de Nationale Bank van België | Alle rechten voorbehouden 2024, Degroof Petercam