Minister van Digitale Agenda, Alexander De Croo, stelt dat het versterken van digitale vaardigheden van de Belgische bevolking een absolute beleidsprioriteit moet zijn voor het komende jaar. De digitalisering is een belangrijke factor voor het concurrentievermogen van onze economie en een belangrijke bouwsteen voor onderzoek en ontwikkeling, een van de domeinen bij uitstek waarop de Belgische economie moet inzetten. Daarnaast willen we vermijden dat Belgische digitale talenten en internetondernemers naar Silicon Valley trekken omdat ze in het Belgische kader worden tegengehouden door slechte infrastructuur, te veel en complexe regulering of een gebrek aan financieringsmogelijkheden. Maar hoever staat België eigenlijk inzake digitalisering? Wat zijn de Belgische digitale troeven en wat zijn de zwaktes? Welke rol kan de overheid hierin spelen?
Digitalisering: België in Europees perspectief
De vooruitgang inzake digitalisering kan worden gemeten met de samengestelde index van de digitale economie en maatschappij (Digital Economy and Society, DESI) van de Europese Commissie. Die index bestaat voor alle landen van de EU en omvat dertig relevante indicatoren rond vijf dimensies: connectiviteit, menselijk kapitaal, internetgebruik, integratie van technologie en digitale overheidsdiensten. De DESI-score voor België in 2017, grotendeels gebaseerd op cijfers van 2016, bedraagt 0,61, wat een degelijke zesde plaats oplevert op de Europese ranglijst.
Ons land doet het relatief goed inzake digitalisering.
Het behoort dan ook tot de cluster van hoog performante landen.
België gaat er wel op vooruit ten opzichte van vorig jaar, maar zakt in de Europese ranglijst één plaats ten koste van Luxemburg. Op Europese vergelijkingsbasis doet ons land het dus relatief goed. Het behoort dan ook tot een cluster van hoog performante landen samen met Denemarken, Finland, Zweden, Nederland, het VK, Ierland, Luxemburg en Estland.
Sterktes en zwaktes van digitalisering
Een uitsplitsing van de DESI-score naar categorie leert ons waar onze digitale troeven en onze digitale zwaktes zitten. De eerste dimensie, connectiviteit, is een duidelijke troef. België neemt in 2017 een derde plaats in wat de connectiviteitsgraad betreft. Van de buurlanden doen enkel Nederland en Luxemburg het beter. Verbeteringen zijn wel mogelijk als het gaat over de penetratiegraad van mobiele breedband en de prijs van de vaste breedbandverbinding.
De tweede dimensie, menselijk kapitaal, is duidelijk minder sterk. Ons land bevindt zich op de elfde plaats in de Europese ranglijst. Hoewel België een groot percentage internetgebruikers heeft, een hoog percentage personen met fundamentele digitale vaardigheden en een hoog percentage ICT-specialisten op de werkvloer, is er ook een duidelijk probleem. Dat is namelijk het erg lage percentage afgestudeerden in de richtingen wetenschappen, technologie en wiskunde. Op termijn kan dat problematisch zijn voor de Belgische innovatiecapaciteit en het economisch groeipotentieel.
Het internetgebruik, de derde dimensie, is over het algemeen goed. Van de buurlanden laten we enkel Nederland en Luxemburg voor.
De vierde dimensie, de integratie van digitale technologie in het bedrijfsleven, is ook een duidelijke troef. We hebben een hoog aantal ondernemingen dat gebruikmaakt van software om intern digitale informatie uit te wisselen. Daarnaast heeft België een hoog aantal kmo’s dat producten of diensten online verkoopt en een hoog aantal kmo’s dat buiten de landsgrenzen actief is. Volgens die dimensie bevindt België zich op een vijfde plaats op de Europese ranglijst en laat het daarmee alle buurlanden achter zich.