Sotheby’s en Christie’s organiseerden hun traditionele lenteveilingen van moderne en hedendaagse kunst in de week van 10 mei, goed voor een recordopbrengst van 1,3 miljard dollar. Dat is indrukwekkend. Kunnen we spreken van een opleving van de kunstmarkt en een terugkeer naar normale omstandigheden?
Anne – Ik zou durven stellen dat de kunstmarkt sinds 2000 in volle expansie is, met een korte daling tijdens de financiële crisis van 2009. Na een jaar dat in het teken stond van de pandemie, zien we opnieuw een sterke markt, met meer online verkopen en vooral meer en jongere kopers, wiens vermogen niet door de coronacrisis is getroffen, wel integendeel.
Sabine – Inderdaad. In deze geglobaliseerde markt is er enorm veel geld beschikbaar, wat onmiddellijk merkbaar is op de kunstmarkt. En ik zou daaraan willen toevoegen dat de markt bijzonder goed stand heeft kunnen houden dankzij de dynamiek die door de veilingzalen gecreëerd wordt. Christie's heeft de ontwikkeling van de vraag op de markt en de collectiegewoonten van haar cliënten bestudeerd, en beslist om kunst niet langer te beschouwen in het kader van de historische trends, om nieuwe stilistische verbindingen tot stand te brengen die de gangbare stromingen overstijgen. Zodoende hebben ze de grote impressionistische, moderne en naoorlogse meesters samengebracht in één veiling van 'Kunst uit de 20ste eeuw', waardoor het moderne karakter van elk werk beter tot zijn recht komt en elk werk beter kan worden gepromoot. En dat was een goede beslissing, want in één enkele sessie werd er niet minder dan 481 miljoen dollar opgehaald. Bovendien konden dankzij die beslissing ook nieuwe kunstwerken worden gegroepeerd in een veiling van 'Kunst uit de 21ste eeuw', om verzamelaars aan te trekken die op zoek zijn naar een nieuwe ontdekking. Dat heeft ontegensprekelijk geleid tot een nieuwe energie en tot twee nieuwe platformen: een om meesterwerken in het voetlicht te plaatsen, en een ander om nieuwe werken te ontdekken.
Anne & Sabine – We bevinden ons weer op het niveau van 2019, vóór de pandemie. We mogen ook niet vergeten dat een deel van die indrukwekkende resultaten vooral te danken is aan enkele grote werken, zoals Basquiat of het portret van Marie-Thérèse van Picasso. De veilingzalen zijn erin geslaagd om werken van hoge kwaliteit bij elkaar te brengen.
Wat zijn de grote trends die zich aftekenen? Er wordt veel gesproken over vrouwelijke kunstenaars, Afro-Amerikaanse kunstenaars...
Anne – Klopt. Er is een nieuw decennium aangebroken en dat gaat gepaard met nieuwe paradigma's. Door de globalisering van de markt, waarbij Azië een belangrijke rol speelt, doen en zien we dingen anders. Op dit moment is er een trend die gericht is op beeldende en kleurrijke kunst, die goed aansluit bij de verspreiding van beelden op sociale netwerken. Het historische maakt plaats voor het visueel aantrekkelijke, maar tegelijkertijd worden er ook belangrijke onderliggende tendensen weerspiegeld, zoals kunstvormen die al te lang uit de canon zijn geweerd of de behoefte aan kunstvormen die verbinden in plaats van onderscheiden.
Musea worden met vergelijkbare uitdagingen geconfronteerd: zij moeten hun verhaal diversifiëren en zich openstellen voor stemmen die vooralsnog waren uitgesloten.
Sabine – Vroeger werd de toon gezet door de instellingen, maar tegenwoordig heeft de privéverzamelaar de bovenhand, die persoonlijke en meer subjectieve musea inricht. We nemen bijgevolg een terugkeer waar naar het emotionele en naar beeldende kunst, wat ten koste gaat van meer intellectuele stromingen. Een terugkeer naar het menselijke en naar het omarmen van wie voorheen werd uitgesloten, zoals vrouwelijke en Afro-Amerikaanse kunstenaars. Zelfs de beroemdste instellingen herbekijken momenteel hun visie op kunst. Die trend is inmiddels onomkeerbaar. De toekomst zal nog steeds bepalen wie van die nieuwe kunstenaars door hun talent hun plaats in de canon van schoonheid blijven behouden.